274
14 MEI 1952
meld, terwijl de betreffende inlichtingen over haar gunstig zijn, heeft
spreker er geen bezwaar tegen thans tot de benoeming over te gaan.
De VOORZITTER acht het best mogelijk, dat de situatie thans
is, zoals de heer Kamphuijs veronderstelt. Juffrouw Cosijn had bij
de vorige benoeming reeds een gunstige indruk gemaakt, maar zij
moest wijken voor Juffrouw Vermeulen, die nog beter werd geacht.
Intussen heeft Juffrouw Cosijn enige praktijk opgedaan, waarover
de inlichtingen gunstig zijn. Nu zij een dergelijke betrekking bij de
gemeente nog ambieerde leek het niet juist haar niet voor benoe
ming voor te dragen.
Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
18. Tegemoetkoming in de vervoerskosten ex artikel 13 L.O.-Wet.
Overeenkomstig het prae-advies wordt besloten.
19. Voorschot op de gemeentelijke vergoeding voor de R.K.
U.L.O.-school Oranjeboomstraat 1.
20. Vergoeding t.b.v. de bijzondere U.L.O.-school, Markendaalse-
weg.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
21. Benoeming van leden der Commissie van Toezicht op de ge
meentelijke nijverheidsscholen.
De heer VELDKAMP stelt voor het raadslid de heer Van de Noort
te herbenoemen in deze commissie.
De heer JONGBLOED heeft reeds bij een vorige gelegenheid ge
vraagd, een lid van zijn fractie in deze belangrijke commissie te
benoemen. Burgemeester en Wethouders hebben toen de toezegging
gedaan de mogelijkheid daartoe na te gaan, doch nadien is daarover
niets meer vernomen. Wanneer spreker thans een toezegging zou
krijgen, dat zulks alsnog geregeld zal worden, zal hij zich niet tegen
de herbenoeming van de heer Van de Noort verzetten. In het andere
geval, zou hij zich gedwongen achten een tegencandidaat te stellen.
De heer VELDKAMP misgunt de fractie van de heer Jongbloed
niet een plaats in deze commissie. In beginsel is het echter juist, de
leden uit de Raad, die aftredend zijn in dergelijke commissies, te
herbenoemen. Ook uit een oogpunt van continuiteit is dat van be
lang. Misschien is een aanvulling van de commissie mogelijk.
De VOORZITTER merkt op, dat het college van Burgemeester en
Wethouders er geen bezwaar tegen heeft wanneer een lid van de
fractie van de Partij van de Arbeid in deze commissie wordt be
noemd. Het komt hem juist voor zulks aan de orde te stellen, wan
neer in deze commissie een vacature komt. Het is vervelend om bij
periodieke aftredingen, als thans aan de orde zijn gesteld, de betref
fende leden van een herbenoeming uit te sluiten. Deze commissie is
reeds vrij groot, omdat voor de verschillende vakken, die onderwezen
■worden deskundigen zijn aangetrokken: de thans voorliggende voor
dracht toont dat ook aan. Spreker wil niettemin de commissie over
een eventuele uitbreiding horen.