14 MEI 1952 281 grond werken een toeslag van ƒ1.per week te geven, zal het advies worden gevraagd van de commissie van overleg. Vraag: De heer BREKELMANS zegt, dat hij gaarne zou worden ingelicht omtrent het aantal bij de Hispano-Suiza (Nederland) N.V. werkzame arbeiders, dat in en buiten Breda woonachtig is. Antwoord: Bij genoemde N.V. zijn in dienst: 165 personen, waar van 80 uit Breda en 85 van elders zijn aangetrokken. Het is nog niet met zekerheid te zeggen hoeveel personeel in het Munitievulbedrijf te werk zal worden gesteld. Begonnen wordt met 70-100 personen. Hiervan wordt tenminste 50% uit Breda aange trokken. Er bestaat voortdurend contact met de H.K.I. inzake overneming van personeel. Er is een aantal mensen van de H.K.I. getest. Van het resultaat van deze test zal afhangen hoeveel personen door de Hispano-Suiza kunnen worden overgenomen. Vraag: Bij de begrotingsbehandeling heeft de heer Van Gils ge wezen op de z.i, ongustige regeling van de sociale verzekering voor de leden van de reservepolitie. Hij vraagt, of de gemeente in deze iets kan doen, omdat deze mensen van een goede burgerzin blijk hebben gegeven door zich als vrijwilliger aan te melden. Antwoord: De onderwerpelijke materie is geregeld bij de Wet Sociale Verzekering Reserve-Politie van 2 Juni '49, Stbl. no. J. 229. Deze Wet regelt de toepasselijkheid van Invaliditeitswet, Onge vallenwet, Ziektewet en Kinderbijslagwet op de vrijwilligers, die dienst doen als reserve bij rijks- en gemeentepolitie. Bij de behan deling in de Staten-Generaal werd in het bijzonder de toepasse- lijk-verklaring van de gewone Ongevallenwet 1921 schriel ge noemd. Uiteindelijk zegde de regering toe, nadere voorzieningen voor te stellen. Zo ver bekend, is een desbetreffend! wetsontwerp nog niet bij de Kamers ingediend. In afwachting van deze nadere wettelijke voorziening heeft het gemeentebestuur in 1951 besloten het personeel van de reservepolitie te betrekken in de sinds jaren ten behoeve van het personeel van de vrijwillige brandweer geslo ten aanvullende kapitaalverzekering voor blijvende invaliditeit of dood tengevolge van een dienstongeval. In verband hiermede is het geheel der voorzieningen, voor het personeel der Bredase re- serve-politie getroffen, bevredigend te achten. Vraag: De Heer DIRVEN zegt, dat de bewoners der 5 aan de Gageldonksestraat gelegen percelen hem hadden verzocht te wil len bevorderen dat een ambtenaar der Lichtbedrijven met hen overleg zou plegen ten einde zo voordelig mogelijk aansluiting op het electriciteitsnet te krijgen. Deze personen meenden dat het mogelijk zou zijn de electriciteitskabel op voordeliger wijze te kun nen aanbrengen dan door Lichtbedrijven was geprojecteerd. Antwoord: De aanleg van het electriciteitsnet in de Gageldonkse straat is geprojecteerd op een wijze die zowel technisch als econo misch aanvaardbaar is. De aansluitkabel die naar het perceel Gageldonksestraat 25 is geprojecteerd kan niet worden doorgetrokken naar de daarachter gelegen percelen van de Huifakkerstraat nos. 61 t/m 85 zoals werd gemeend. Dit is technisch niet uitvoerbaar wegens het te grote spanningsverlies dat dan zou optreden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 281