11 JUNI 1952
293
ook het geval geweest met de patates friteskramen. Ook deze
waren vaak een sta-in-de-weg. Hij verzoekt dan ook deze zaak
alsnog door de Verkeerscommissie te doen bezien.
De heer BRAAKHUIS heeft terzake enige vragen te stellen.
1. Zijn er alleen onderhandelingen gevoerd met de N.V. Publex
of is dat ook nog geschied met andere firma's?
2. Oefent de gemeente controle uit op de aan te plakken affiches
of wordt de maatschappij hierin vrijgelaten? Indien de maat
schappij hierin de vrije hand heeft, bestaat de mogelijkheid,
dat burgers zich stoten aan hetgeen op de borden wordt aan
gebracht.
3. Volgens het voorstel zal de N.V. Publex er voor zorgdragen,
dat de plaatsen waar thans z.g. clandestien wordt geplakt,
zorgvuldig worden schoongemaakt. Spreker vraagt of er in
het contract maatregelen zijn getroffen of bij niet-nakoming
van deze bepaling hiertegen te kunnen optreden.
De heer KRAMERS heeft er, ofschoon naar zijn mening de bor
den aardig worden uitgevoerd, bezwaar tegen, dat het aantal aan
plakgelegenheden kan worden uitgebreid (thans wordt het aantal
reeds uitgebreid tot 29), daar het stadsschoon hierdoor op som
mige punten in de stad wordt geschaad. Spreker vreest, dat ten
opzichte van verschillende punten de aesthetische zijde niet vol
doende is bezien. Hij denkt hierbij aan het begin van de Wilhel-
minasingel, de Nieuwe Prinsenkade, waar een dergelijk bord tegen
over het Spanjaardsgat zeker afbreuk zal doen, en de Mr. Dr.
Frederiksstraat. Zijn voornaamste bezwaar richt zich echter tegen
het plaatsen van een bord op de Ginnekenweg bij de hoek Dillen
burgstraat. Thans bevindt zich daar een muur. Wordt ter plaatse
een bord geplaatst, dan gaat die muur veel op een schutting ge
lijken. Bovendien staat in het contract, dat de N.V. Publex het
recht heeft het aantal plaatsen uit te breiden. Hij vraagt of Burge
meester en Wethouders hierop toezicht uitoefenen.
De heer VAN KAMPEN vraagt of het in de bedoeling ligt, dat
de kiesverenigingen zich uitsluitend moeten houden aan de onder-
werpelijke aanplakgelegenheden, of dat ze nog gelegenheid krijgen
elders affiches aan te brengen.
De heer BREKELMANS heeft er uit verkeerstechnisch oogpunt
bezwaar tegen, dat op de Weerijssingel bij het electriciteitshuisje
van de P.N.E.M. een bord wordt geplaatst. Dit huisje vormt reeds
een verkeersbelemmering, welke door zo'n bord nog wordt vergroot.
De heer VAN EGERAAT zegt, dat men soms nog op tijdelijke
borden stoot, die de omgeving ontsieren, zoals dat het geval is
geweest met het bord in de Willemstraat tegenover het station.
Houden door het onderhavige voorstel de tijdelijke borden op te
bestaan? Uit aesthetisch oogpunt is het van belang, dat op deze
aanplakgelegenheden toezicht wordt gehouden.
De VOORZITTER antwoordt de heer Koertshuis, dat het inder
daad gewenst is, dat de verkeerscommissie deze zaak beziet. Wan
neer dit alsnog gebeurt, dan zal de heer Koertshuis, die in deze
Commissie zitting heeft, in de gelegenheid zijn deze zaak nader in
ogenschouw te nemen. Op de vragen van de heer Braakhuis ant-