16 JANUARI 1952 29 De heer VAN DEN EEDEN zou graag een concreet antwoord ontvangen op de vraag van de heer Jongbloed of het de bedoeling is het rapport in zijn geheel te aanvaarden of slechts de op blz. 4 van het rapport onder I vermelde eerste 2 punten. De VOORZITTER antwoordt, dat het de bedoeling is bepaalde punten uit het rapport te lichten en die de Raad ter beslissing voor te leggen. Vervolgens stelt hij de Raad voor, dat de Culturele Werkgemeenschap, de Sportraad en de Jeugdraad in afwijking van het rapport van de Subsidiecommissie de hun opgedragen werkzaamheden blijven verrichten. De heer JONGBLOED is van mening dat reservering op de weg van de Raad ligt. De heer TOXOPEUS heeft tegen dit voorstel bezwaren. Hij ver zoekt derhalve hierover stemming. De heer KOERTSHUIS zou naar aanleiding van de opmerking van de heer Jongbloed willen benadrukken, dat door de Sportraad een bepaald zuinig beheer opzettelijk is gevoerd. De VOORZITTER acht het gewenst hierover in derde instantie niet meer te spreken. Hierna gaat de Raad tot stemming over. Uit deze stem ming blijkt, dat met 26 tegen 6 stemmen besloten is, dat de Culturele Werkgemeenschap, de Sportraad en de Jeugdraad de hun opgedragen werkzaamheden als voor heen zullen blijven verrichten. Tegen stemden de heren Rattink, Minderhoud, Toxopeus, Wezenbeek, Van Bijnen en Vermeulen. De VOORZITTER stelt vervolgens de Raad voor de thans werk zaam geweest z'jnde Subsidiecommissie permanent te maken. De raadsleden, die op het lidmaatschap van deze Commissie geen prijs stellen, kunnen dan vervangen worden. De heer VELDKAMP merkt op, dat het aantal leden van de permanente Subsidiecommissie kleiner kan zijn dan nu het geval is. Hij verzoekt Burgemeester en Wethouders zich hierover te be raden. Het is zijn bedoeling, dat thans een beginsel besluit wordt genomen. De VOORZITTER heeft hiertegen geen bezwaar. Zonder verdere bespreking besluit de Raad in beginsel tot het instellen van een permanente Subsidiecommissie. 27. Subsidieverzoek Mater-Amabilisschool. De heer STUBENROUCH had de bedoeling de Raad een voorstel te doen, dat lijnrecht tegengesteld was aan het prae-advies van Burgemeester en Wethouders. Hij had in extenso willen uiteenzet ten de belangrijkheid van deze school en dat deze instelling finan cieel gesteund wordt door het Rijk. Hij heeft echter gemeend, dit nu niet te moeten doen, daar een dergelijke uiteenzetting veel tijd zou kosten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 29