11 JUNI 1952
303
onvermogende gezinnen wordt bepaald op 75 cent per dag, zal re
kening worden gehouden.
De heer VELDKAMP heeft de bedoeling van Wethouder Romsom
wel begrepen. Spreker kan zich voorstellen, dat, wanneer er veel
instanties subsidie vragen voor hetzelfde doel, coördinering van hun
werk gewenst is. De Wethouder heeft niet gezegd, dat het wenselijk
is, dat organen samenwerken in die zin dat een vereniging van een
bepaalde levensbeschouwing de leiding over de andere verenigingen
zou kunnen krijgen. Dit is een suggestie waar de gemeente naar
zijn mening buiten moet staan. Spreker zal de kwestie van coördi
nering blijven volgen. Voor coördinatie, moet de Raad in de toekomst
ook wel kunnen voelen. Spreker vraagt of de Raad erop mag reke
nen na verloop van dit subsidie jaar speciaal over de sociale indica
ties nog nadere gegevens te zullen vernemen.
Wethouder VAN HAPEREN bevestigt deze vraag.
De heer VERHAAK is Wethouder Romsom erkentelijk voor de
wijze, waarop de kwestie van de medische indicatie zal worden op
gelost. Betreffende de sociale indicatie wil spreker zich houden aan
het onderwerpelijke voorstel.
De VOORZITTER zegt, dat bezien moet worden hoe deze zaak
in de toekomst zal werken. Indien zulks nodig is zal een coördine
rend orgaan in het leven worden geroepen.
De heer KAMPHUIJS merkt op, dat het Centraal Genootschap
(spreker is secretaris-penningmeester van de afd. Breda) niet 'veel
voor samenwerking voelt. Dit orgaan heeft gedurende zijn 50-jarig
bestaan de nodige ervaringen opgedaan. De kwestie van de uitzen
ding dient aan de organen overgelaten te worden. Op dit punt is hij
wel gerust. Minder gerust is hij over het feit, dat in het voorstel be
treffende de subsidiëring geen ruimte is gelaten voor andere ver
enigingen. Het Centraal Genootschap wil slechts in uiterste nood
zaak tegen de gemeente aanleunen. Blijft het vastgestelde subsidie
bedrag gehandhaafd, dan zal het Centraal Genootschap daarvan de
dupe kunnen worden. Verzoekt dit orgaan subsidie, dan dient het
eveneens geholpen te worden.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders in
dat geval de Raad een suppletoire begroting kunnen aanbieden.
Zonder verdere bespreking besluit de Raad overeenkomstig het
voorstel met dien verstande dat voor wat de medische indicatie be
treft een kleine arbitrage-commissie in het leven geroepen zal wor
den en op bladz. 3 onder I van het voorstel als No. 3 wordt op
genomen, dat het extra bedrag voor uitzending van kinderen uit on
vermogende gezinnen wordt bepaald op 75 cent per dag.
24. Subsidie aan het instituut Film en Jeugd.
De heer VELDKAMP juicht deze subsidieverlening toe. Hij heeft
in de stukken gezien dat terzake onderzoekingen gaande zijn. Spre
ker verzoekt t.z.t. het resultaat dier onderzoekingen de Raad ter in
zage te verstrekken.
De VOORZITTER zal aan dit verzoek voldoen.