308 11 JUNI 1952 woord. In de opmerking van de heer Jongbloed inzake de auto's van het Openbaar slachthuis zit een grond van waarheid. Revisie had achterwege kunnen blijven. Zouden' de drie gereviseerde auto's door één nieuwe vervangen zijn, dan zou dat echter een inkrimping van het autopark betekenen. Spreker kan de mening onderschrijven, dat men de Raad eerder om credietverhoging had moeten verzoeken. De betrokken Wethou der zal hiermede in de toekomst zeker rekening houden. De heer Vermeulen heeft opgemerkt, dat de risico-premie niet is verhoogd. Inderdaad, doch dat gaat automatisch. Als men aan het bedrag der raming is, gaat men natuurlijk verder. De heer VERMEULEN merkt op, dat dan de begroting moet wor den gewijzigd. De VOORZITTER antwoordt, dat dan de begroting gewijzigd kan worden, maar dat zulks dikwijls achterwege wordt gelaten. Wan neer de meer-opbrengsten echter voor een ander doel worden aange wend dan wordt de begroting wel dienovereenkomstig gewijzigd. Hij heeft zelden vernomen, dat men bezwaren heeft tegen een grotere inkomstenpost. De heer Vermeulen heeft ook gesproken over een bijdrage van 1800.voor extra administratiekosten door de stichting „De Ba ronie". Deze bijdrage wordt verleend wegens administratieve werk zaamheden, die door de gemeentelijke crediet- en voorschotbank voor de stichting worden verricht. Er worden bepaalde werkzaamhe den verricht, die oorspronkelijk niet werden gehonoreerd. Het be stuur der stichting was van mening dat zulks niet nodig was, omdat de crediet- en voorschotbank van de stichting financieel voordeel had. Het College heeft het bestuur duidelijk gemaakt, dat bepaalde werkzaamheden niet tot de onmiddellijke taak van de bank behoor den en dus afzonderlijk gehonoreerd dienen te worden. Dit bedrag bedraagt 1800. -. De heer KRAMERS merkt op, dat de oorzaak waarom de risico premie niet is verhoogd, gelegen is in het feit, dat de crediet- en voorschotbank over een bepaald bedrag geen risico loopt, doch de stichting „De Baronie". Het financieringsinstituut blijft borg. De VOORZITTER heeft daarom ook gezegd, dat de gemeente zich niet direct ongerust behoeft te maken. Ook als het bedrag van de crediet- en voorschotbank uitzet, is de risico premie wel voldoende te achten. Men weet uit ervaring, dat het uitgetrokken bedrag vol doende is voor eventuele verliezen. Het verlies is minimaal. De heer VERMEULEN vraagt, wie bevoegd is met de stichting „De Baronie" bedoelde overeenkomst aan te gaan. De VOORZITTER antwoordt, dat de overeenkomst is afgesloten door het Gemeentebestuur in overleg met de crediet- en voorschot bank. Burgemeester en Wethouders hadden een stil vermoeden, dat de Raad hiermede accoord zou gaan, daar de Gemeente uit de over eenkomst een winstbedrag kon halen. De heer VERMEULEN vraagt bij wie eigenlijk de bevoegdheid ligt om de overeenkomst aan te gaan. De VOORZITTER antwoordt, dat de Raad aanmerkingen kan ma ken als het bedrag door de stichting gegeven, niet voldoende is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 308