322 11 JUNI 1952 Er moge nog opgemerkt worden, dat ter plaatse geen riolering en dus ook geen kolken aanwezig zijn, zodat het hemelwater in de grond moet wegzakken. Vraag: De heer PEETERS merkt op, dat nu een parkeerver bod is geleg'd in de straten rondom de automarkt, het euvel van het verkopen van auto's buiten de markt om zich schijnt te ver plaatsen naar iets verder gelegen straten, zoals Kievitstraat en van Voorst tot Voorststraat. Is hier iets aan te doen? Antwoord: Zou men ook een wachtverbod invoeren in de Kievit straat en de Van Voorst tot Voorststraat, dan zal de gesignaleerde verkoop zich naar alle waarschijnlijkheid nog verder verplaatsen, zo dat op de duur in het gehele Belcrumkwartier een wachtverbod zou moeten worden ingevoerd, dat geheel en al in strijd is met de We genverkeerswet. Tegen het gesignaleerde euvel zijn naar onze mening geen maat regelen te treffen. Vraag: De heer WEZENBEEK vraagt het Valkenberg langer open te stellen voor voetgangers en wielrijders dan thans het geval is. Antwoord: De aard der werkzaamheden en de waarde van de op geslagen materialen in het Valkenberg zullen het nodig maken bin nenkort het park wederom in zijn geheel voor het publiek ontoe gankelijk te maken, ook al omdat anders het verrassende element voor Breda bij de feesten geheel verloren gaat. Vraag: De heer PEETERS zou het op prijs stellen, wanneer ein delijk eens maatregelen werden genomen om de baldadigheid van de jeugd tegen te gaan. De vernielingen aan bomen, struiken en plant soenen blijven voortduren. Het is hem opgevallen, dat een agent van politie langs de baldadige jeugd fietste en niet optrad. In het bijzon der vraagt hij toezicht voor de Kievitsstraat (tussen de Firma Touw en de firma Van Boxel) en voor het plantsoentje bij de Kwartel straat. Antwoord: De baldadigheid in het Belcrumkwartier in het alge meen en in de omgeving Kievitsstraat-Kwartelstraat in het bijzon der heeft de voortdurende aandacht van de Politie. Over baldadigheid in het algemeen zij medegedeeld dat speciaal in de zomermaanden de politie alhier een scherp toezicht op baldadig heid houdt. Dit geschiedt door het surveillerend personeel en het personeel in de buitenwijken. Ook de afdeling Kinderpolitie is hier mede gemoeid; er bestaat hier een brigade van 6 man, die speciaal optreedt ter bestrijding van de baldadigheid'. Bij de bestrijding van de baldadigheid wordt, behalve van de surveillance per rijwiel, ook ge bruik gemaakt van overvalwagen, motoren met zijspan en zelfs van politiehonden. De wijze van bestrijding is variërendhet meenemen van de daders naar bureau of politiepost; het ontbieden van de jeugd aan het bu reau; het bespreken van bepaalde gevallen met ouders en onderwij zend personeel; de jeugd hun excuses te doen aanbieden tegenover hen, bij wie baldadigheid is gepleegd, en bemiddelen, dat de ouders de aangerichte schade vergoeden. Al deze middelen komen practisch slechts neer op berisping of vermaning. De jeugd weet dit wel degelijk, hetgeen de bestrijding tot een zeer moeilijke taak maakt. Wordt overgegaan tot het opmaken van pro-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 322