11 JUNI 1952 323 ces-verbaal, dan komt het meermalen voor, dat deze processen- verbaal terugkomen, met verzoek aan de politie om een berisping te geven, waardoor het effect, dat zulk een verbaal zou kunnen sorte ren, verloren gaat. In het algemeen kan niet worden beweerd, dat er meer baldadig heid wordt gepleegd dan vroeger. Men zou zelfs kunnen zeggen, dat de baldadigheden een minder ergerlijk karakter dragen dan vroeger, doch daar staat tegenover, dat het ontzag van de jeugd voor de po litie, vergeleken bij voorheen, minder is. Dit laatste is een na-oor- logs verschijnsel, dat zich niet alleen bij de jeugd, noch alleen ten opzichte van de politie voordoet. Dit euvel kan naar ons oordeel voor de jeugd slechts verholpen worden, doordat op iedere bekeuring wegens baldadigheid een snelle berechting en een gevoelige straf volgt. Alleen op deze manier kun nen de talrijke pogingen Van de politie om de baldadigheid te bestrij den met succes bekroond worden. Ook in deze eeuw van het kind en van paedagogie blijft de stok achter de deur een vereiste. Indien de ouders boete voor hun kinderen zouden moeten voldoen, zal dit hun paedagogische talenten zeer zeker ontwikkelen. Vraag: De heer BRINKERHOF heeft opgemerkt, dat in de Boei- meerweg vele kuilen zijn, waarvan de gebruikers veel last onder vinden. Bij regenachtig weer laat de toestand vooral voor het rij- wielverkeer nogal wat te wensen over. Kunnen hierin voorzieningen ter verbetering worden getroffen Antwoord: De Boeimeerweg is verhard met puin, welke verhar ding niet bestand is tegen mechanisch verkeer. De materiaaltrans porten voor de in de omgeving in aanbouw zijnde woningen zijn oor zaak van de slechte toestand van de weg. Er is opdracht verstrekt om het wegdek met puin te herstellen. Vraag: Naar aanleiding van de vaststelling van een verordening op de schoolgeldheffing voor de cursussen voor de Gawalo-examens heeft de heer v. Swol in de raadsvergadering van 16 April j.l. de vraag gesteld, welke eventuele voordelen de gemeente-werklieden zullen hebben, wanneer zij een Gawalo-diploma behalen. Hij was van oordeel, dat een bepaalde beloning van deze mensen juist is, omdat de gemeente het voordeel heeft van een hogere be kwaamheid en het spreekwoord: „Voor wat hoort wat", hier kan worden toegepast. Hij beaamde de mening van de Voorzitter der vergadering, dat er reden kan zijn deze werklieden in een hogere loonschaal te bren gen en zou het op prijs stellen, indien Burgemeester en Wethou ders een dergelijke regeling zouden maken. Antwoord: De gestelde vraag is behandeld in de sectie werklieden - zaken van de commissie van overleg aan de hand van een rapport van de Directeur der Gemeente Lichtbedrijven. Het bezit van het Gawalo-diploma (gezel) geeft reden tot aan stelling in de 4e loonklasse en geldt naast diensttijd en/of werk prestatie als eis voor benoeming in de 5e loonklasse. Deze regeling van aanstelling en benoeming geeft geen moeilijkheden; men komt ermede in de loongroep, waarin men thuis hoort. Het daarnaast toekennen van een toelage voor het bezit van het Gawalo-diploma wordt niet juist geacht. Aldus luidt het standpunt van voornoemde sectie, waarmede wij ons kunnen verenigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 323