328
2 JULI 1952
God verlene IJ bijstand in de uitoefening van de gewichtige taak,
die in uwe handen is gelegd. Onder toezegging dat U steeds op de
steun van ons college kunt rekenen, wil ik tevens de hoop uitspre
ken dat onder uwe leiding de prettige geest van samenwerking
waarin wij met uw voorganger hebben gewerkt, mag behouden
blijven.
Mevrouw Kortmann, nu U, zoals de wet dit gebiedt uw man volgt
naar onze stad, willen wij U ook hartelijk welkom heten. Wij hopen
dat U en uw gezin, in de nieuwe woonplaats U thuis zult voelen en
vertrouwen dat U, die uw man veel zult moeten missen, omdat
zijn werkkracht voor de belangen der Gemeente wordt opgeëist het
offer van zijn afwezigheid zult weten te brengen uit liefde tot onze
stad.
Vervolgens geeft de VOORZITTER het woord aan de heer
BRINKERHOF, die de volgende rede uitspreekt:
Mijnheer de Burgemeester,
Als oudste lid1 Van het college, waarvan U zoeven het Voorzitter
schap heeft aanvaard, roep ik U namens dit college een hartelijk
welkom toe.
De waarnemend-burgemeester, de heer Meijs, heeft er reeds op
gewezen en U hebt het zelf reeds gezegd, dat het een zeer moeilijke
taak zal zijn om Uw, naar menselijke berekening, te vroeg gestor
ven ambtsvoorganger Dr. Claudius Prinsen, op te volgen. De Raad
heeft veel respect voor de wijze waarop de heer Meijs sedert 1 Janu
ari van dit jaar de burgemeestersfunctie heeft waargenomen. Na
mens de Raad dank ik hem hartelijk voor zijn plichtsgetrouwe ar
beid.
Nu zal de voorzittershamer door U gehanteerd worden.
Er is een spreekwoord dat zegt: „Wie vertrouwen wil winnen,
moet beginnen met vertrouwen te schenken". Welnu mijnheer de
burgemeester ik geloof namens de gehele Raad te mogen zeggen,
dat deze bereid is om U vertrouwen te schenken wat de basis zal
moeten zijn om de door U gewenste samenwerking te bevorderen.
U was voor de meesten van' ons geheel onbekend. De overtuiging
dat de Commissaris der Koningin, wien de belangen van onze mooie
provincie zozeer ter harte gaan, U niet aan Hare Majesteit de Ko
ningin ter benoeming' zou hebben voorgedragen, wanneer deze U
daarvoor niet de geschikte man op de juiste plaats achtte en het
feit dat U op nog vrij jeugdige leeftijd reeds een opmerkelijke car
rière hebt gemaakt, zijn op dit moment voor ons de enige, maar toch
vertrouwenwekkende waarborgen, dat wij in U een waardig opvol
ger van wijlen Dr. Claudius Prinsen mogen begroeten.
Wij vertrouwen gaarne, dat U alle gelegenheden zult aangrijpen
om de genoemde waarborgen te versterken. Mocht de Raad en ook
de Bredase bevolking in den beginne wellicht enigermate critisch
zijn, juist door de herinnering aan uw zeer geliefde voorganger,
dan hoop ik dat dit U nooit zal ontmoedigen, maar integendeel U
tot de grootst mogelijke ontplooiing van uw door God toevertrouwde
talenten zal aansporen.
Breda, mijnheer de Burgemeester, is een stad die aan de voor
avond staat van de viering Van het 700-jarig bestaan als stad,
maar ondanks haar ouderdom, een groeiende stad met perspectie
ven en dientengevolge ook met belangrijke problemen. Ik zal daar
van geen opsomming geven. Woon- en werkgelegenheid zijn op dit
moment wel de voornaamste, maar daarnaast zijn er vele andere,