32
16 JANUARI 1952
overwegingen, maar dat het de aanvraag ook principieel heeft
bezien.
Spreker kan zich de gedachtengang van de Raad wel indenken,
ofschoon het College gemeend heeft een ander standpunt te moeten
innemen.
De heer Jongbloed heeft gezegd, dat de gemeente Dordrecht niet
wettelijk verplicht is te subsidiëren. Was dat wel het geval, dan
behoefde deze zaak hier niet aldus ter sprake te komen.
Het College heeft zich laten leiden door de gedachte, dat Dord
recht moet voorgaan. Men kan ook zeggen wat de heer Veldkamp
heeft betoogd: „Wat wij doen kan de Dordtse Raad tot lering
strekken."
De Raad behoeft deze daad niet te stellen om Dordrecht iets te
leren, aangezien Dordrecht zeer goed weet, dat het Zuiden terzake
een ander standpunt inneemt.
Geeft Breda subsidie, dan komt dit geld de Dordtse kinderen ten
goede, terwijl niet gezegd kan worden dat de Bredase leerlingen
ervan ook maar enig profijt trekken.
De heer Minderhoud heeft betoogd, dat het Dordtse Christelijk
Lyceum een streekschool is. Ook het Bredase O.L. Vrouwe Lyceum
is een streekschool.
Daarom dragen Breda en de buitengemeenten ook bij in de
kosten. Het College meent bedoelde instelling niet te moeten sub
sidiëren, omdat de gemeente Dordrecht dat ook niet doet.
Ook Dordrecht heeft terzake een principieel standpunt in te
nemen, ofschoon ze naar zijn mening thans de zaak slechts
puur zakelijk beziet.
De VOORZITTER brengt hierna het voorstel van de heer Veld
kamp in stemming.
Uit deze stemming blijkt, dat dit voorstel met 26 tegen
5 stemmen is aangenomen.
Tegen stemden de heren Van Houten, Van Haperen,
Romsom, Jongbloed en Meijs.
64. Vaststelling Crediet in rekening-courant.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde een nog nageko
men voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan
van een rekening-courant-overeenkomst.
Ook overeenkomstig dit voorstel besluit de Raad,
60. Aanbieding ontwerp-begroting 1952.
De VOORZITTER opent de algemene beschouwingen.
De heer VELDKAMP kan instemmen met de hartelijke woorden,
die hedenmiddag ter begroeting zijn gesproken aan het adres van
de Burgemeester. Zijn fractie hoopt, dat de Burgemeester dit jaar
in het genot van een goede gezondheid de raadsvergaderingen zal
kunnen presideren. Zonder onvriendelijk te willen zijn tegen de
plaatsvervangende voorzitter, voelt spieker toch altijd een leegte,
indien de Burgemeester niet bij de vergaderingen aanwezig is.
Hierna spreekt de heer Veldkamp de volgende rede uit: