23 JULI 1952 343 bij de uitvoering nader onder het oog worden genomen. De benoe ming van de functionarissen geschiedt naar sprekers mening door het bestuur van de Stichting. De heer VAN EGERAAT merkt op, dat de Kruisverenigingen in hun brief hebben voorgesteld, dat zij het Stichtingsbestuur zouden vormen. Onder supervisie van dit bestuur zou de dagelijkse leiding van de schooltandverzorging worden opgedragen aan een commis sie waarin de belanghebbende partijen zijn vertegenwoordigd. De Raadscommissie heeft voorgesteld hiervan af te wijken. (Punt 13 van het rapport). Bij nader inzien is zij echter van oordeel, dat de supervisie bij de Kruisverenigingen kan blijven, omdat in de practijk van het dagelijkse werk alle groeperingen tot hun recht komen. Punt 13 van het rapport zou daarom kunnen vervallen. De heer VERMEULEN is het hiermee niet eens. Deze kwestie is ook voor zover hem bekend, niet in de commissie besproken. De VOORZITTER: Burgemeester en Wethouders nemen het rap port van de Raadscommissie ad hoc over, zoals dit is ingediend, tenzij de Raad alsnog zal besluiten van bepaalde onderdelen uit drukkelijk af te wijken. De heer VAN EGERAAT zegt, dat de heer Vermeulen gelijk heeft met zijn opmerking, dat deze aangelegenheid niet in de com missie is besproken. Nadere overweging heeft spreker er persoon lijk toe gebracht om het aanvankelijke voorstel van de Kruisver enigingen over te nemen en hij zou dit ook aan de Raad in over weging willen geven. De VOORZITTER acht het nodig, dat eventueel Burgemeester en Wethouders zich nader kunnen beraden over punt 13 van het rapport. Indien gewenst, wil hij omtrent dit onderdeel nader ad vies laten uitbrengen door de commissie in haar geheel. De heer VELDKAMP meent, dat dit punt niet van zo grote betekenis is. Hij is er voor, dat thans een principe-besluit wordt genomen en dat eventueel Burgemeester en Wethouders later nog nadere voorstellen doen. De heer TOXOPEUS vraagt zich af of de gemeenteraad nog wel enige zeggenschap heeft over de formering van de schooltandver zorging, indien thans een principe besluit wordt genomen. De heer JONGBLOED voelt ook er het meeste voor om reeds nu een beslissing te nemen. Indien Burgemeester en Wethouders het later nodig achten wijzigingen in het besluit te doen aanbrengen dan kan daartoe nog altijd een voorstel worden gedaan. De VOORZITTER stelt daarop voor in principe te besluiten tot invoering van een schooltandverzorging op basis van het rapport van de betreffende raadscommissie ei\ de hiervoor benodigde gelden te voteren. Dienovereenkomstig wordt besloten. 3j. Jaarverslag Katholieke Volksuniversiteit over 1951/1952. 3k. Jaarverslag 1951 van het Borgstellingsfonds voor Westelijk Noord Brabant.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 343