344
23 JULI 1952'
Deze jaarverslagen worden voor kennisgeving aange
nomen.
4. Bezwaarschrift tegeri de aanslag in het vergunningsrecht van
J. Huijbregts.
5. Uitvoering rioleringswerken in het Montensbos.
Overeenkomstig dit prae-advies en dit voorstel wordt
besloten.
6. Ontruimingstermijn van de onbewoonbaar verklaarde woning
Valkenstraat 43.
De heer JONGBLOED merkt op, dat hem een afschrift heeft be
reikt van een aan de raad gericht verzoek tot uitbreiding van de
Automobielmaatschappij „Brabant". Heeft dit ook betrekking op
dit pand aan de Valkenstraat?
Wethouder VAN HOUTEN heeft dit verzoekschrift nog niet ge
zien. De garage-onderneming is echter aan de andere kant van deze
straat gevestigd, nl. bij hetgeen plaatselijk wordt genoemd Abra
hams schoot. In het bewuste pand woont een oud vrouwtje van
80 jaar, dat hoopt in dat huisje te mogen blijven wonen.
De heer BRINKERHOF is ook het pand gaan bekijken. In de
Valkenstraat staan nog enige andere onbewoonbaar verklaarde wo
ningen. Enkele er van zijn leeg. De Valkenstraat zou men terecht
kunnen noemen „Oud Breda". Naar sprekers mening is het wo-
ningpeil in Abrahams Schoot nog slechter dan in de Valkenstraat.
De verlenging van de ontruimingstermijn gebeurt nu al jaren
achtereen. Dit betrekkelijke pand is onbewoonbaar verklaard, omdat
het toilet in de woonkamer is gebouwd. Wanneer dit achter de
woning zou worden gebouwd, waar nog ruimte in overvloed is, dan
zou deze onbewoonbaarverklaring niet nodig zijn geweest. De eige
naar is echter onwillig om deze verbetering aan de woning aan te
brengen.
De heer VAN SWOL zegt, dat gezien de woningschaarste
ook hier van de nood een deugd moet worden gemaakt. Hij hoopt,
dat het College van Burgemeester en Wethouders zich in verbin
ding zal stellen met de eigenaar om de nodige voorzieningen tot
stand te brengen. Hij heeft nu lang genoeg gelegenheid gehad om
dit zelfstandig te doen.
Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig het
voorstel besloten.
7. Verlenging van de geldingsduur der overeenkomst van last
geving in verband met de bouw van 20 woningen aan de Heuvel
brink.
De heer VAN EGERAAT zou in verband met dit voorstel een
zijdelingse vraag willen stellen, nl. of het tegengegaan kan wor
den, dat door leveranciers wordt gelopen over de gazons langs
de Heuvelbrink.
De VOORZITTER vermag het zijdelings verband met het onder
havige voorstel niet in te zien.