23 JULI 1952
351
sterkte aflossing is niet mogelijk. De opnamedatum is gesteld op
1 Juli 1952. De lening is bestemd voor de financiering van de bouw
van twee scholen.
Overeenkomstig dit mondelinge voorstel wordt besloten.
55. Wethouder MEIJS deelt mede, dat op grond van het Raads
besluit van 8 Juli 1952 tot het sluiten van een lening van maximaal
9.000.000.(voor welk bedrag een optie was gekregen) het ge
meentebestuur in staat is geweest een geldlening aan te gaan van
5.000.000.met een looptijd van 30 jaren, tegen een jaarlijkse
rente van 4% welke lening zal worden afgelost in 20 jaarlijkse
termijnen, waarvan de eerste vervalt op 1 Maart 1963. Versterkte
aflossing is onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Tegen de
aanvankelijk gedachte leningsvoorwaarden was bezwaar gemaakt
van regeringswege; bij de nu gestelde voorwaarden is dit niet meer
te verwachten.
56. Wethouder MEIJS herinnert er vervolgens aan, dat Bur
gemeester en Wethouders zijn gemachtigd om voor korte tijd gel
den uit te lenen, indien de gemeente in een bepaalde periode
tijdelijk overtollige kasmiddelen ter beschikking heeft. Deze mach
tiging is echter beperkt tot een bedrag van 2.000.000.In ver
band met de pas aangegane geldleningen stelt hij de Raad namens
het college van Burgemeester en Wethouders voor dit maximum
tijdelijk te stellen op 5.000.000.
Het is de bedoeling te voorkomen, dat de te ontvangen grotere
bedragen, waarvoor nog geen onmiddellijke bestemming is, rente
loos zouden blijven liggen.
De heer TOXOPEUS heeft tegen dit voorstel in zich geen be
zwaar. Hij acht het echter juist, in verband met de verantwoorde
lijkheid van de Raad, dat deze machtiging aan een bepaalde termijn
wordt gebonden.
De VOORZITTER stelt voor, dat de Raad de gevraagde mach
tiging aan het college van Burgemeester en Wethouders verleent
tot uiterlijk 1 Juli 1953.
Aldus wordt besloten.
57. Vervolgens deelt Wethouder MEIJS mede, dat inmiddels is
komen vast te staan, dat het aantal leerlingen van de openbare
school aan de Middellaan, ook na de oprichting van de Jan Ligt-
hartschool, niet zodanig zal teruglopen, dat de openbare school zal
moeten worden opgeheven.
De heer JONGBLOED is de wethouder erkentelijk, dat hij nog
in deze vergadering deze mondelinge mededeling heeft willen doen,
welke mededeling spreker overigens met genoegen heeft vernomen.
Hij zou hieraan de vraag willen verbinden, of nu spoedig een voor
stel is te verwachten tot het oprichten van een kleuterschool in de
Middellaan, en hoe het verder zal gaan met de benoeming van een
nieuw hoofd aan deze school
Wethouder MEIJS antwoordt, dat in de Middellaan nog geen
openbaar kleuterschooltje kan worden ingericht, wegens gebrek
aan ruimte. Er is één lokaal disponibel: voor een Montessori-klas
zijn er twee lokalen nodig. Spreker gaat thans na, of het vrije