13 AUGUSTUS 1952 367 aan de loonnormen door het Rijk voor deze tewerkstelling vastge steld. Door de gemeente is op verhoging van deze normen aange drongen. Dit is ook besproken met de betreffende rijksconsulent. Ook de landelijke sociale organisaties hebben hierop aangedrongen. De heer VAN GILS vindt het schande, dat dergelijke lage lonen moeten worden betaald_ De heer VAN DEN EEDEN merkt op, dat er wel geen verschil van mening over zal bestaan, dat deze lonen laag zijn. In de nieuwe sociale bijstandsregeling is wel de mogelijkheid geschapen om in bepaalde gevallen het loon Van f 0,80 per uur met maximaal f 0,03 per uur te Verhogen. Dit moet echter door de betreffende commissie beoordeeld worden. Aanderzijds meent hij erop te moeten wijzen, dat het voor deze mensen nog altijd beter is, dat zij werken, dan dat zij leeglopen, hetgeen het moreel van deze arbeiders ernstig kan be nadelen. Niet voor1 niets heeft nog onlangs de staatssecretaris VAN RIJN er op aangedrongen, dat de gemeenten zoveel mogelijk naar objecten voor deze tewerkstellingen zoeken. De heer VAN SWOL vindt een loon van f 37,40 per week niet krap, maar zelfs ontoelaatbaar. Het ligt naar zijn mening een stuk beneden het sociale minimum. Voorts is hij bevreesd, dat op deze wijze een druk op het gehele loonniveau wordt gelegd; hij heeft reeds een jaar geleden hiervoor gewaarschuwd. Spreker is zich de toe standen Van voor de oorlog nog te goed bewust om hiermede thans genoegen te nemen. De VOORZITTER meent, dat in deze raad niet ter discussie ge steld kan worden het loonpeil voor deze tewerkstellingen, omdat dit landelijk is geregeld. Aan de orde is dan ook alleen een voorstel van Burgemeester en Wethouders voor de uitvoering' van werkzaamhe den op basis van de sociale werkvoorzieningsregeling voor handar beiders, door het Rijk vastgesteld. Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten, met dien verstande, dat de heer Van Swol wordt geacht te hebben tegengestemd. 12. Crediet voor de tewerkstelling van hoofdarbeiders. De heer VERMEULEN vraagt of het juist is, wat hem ter ore is g'ekomen, dat n.l. in de commissie, die deze tewerkstelling beoordeelt, wel hand-, maar geen hoofdarbeiders zijn vertegenwoordigd. Wethouder ROMSOM zegt dit te zullen nagaan en eventueel de opname van een hoofdarbeider in de commissie te zullen bevorderen. Overeenkomstig het voorstel wordt besloten. 13. Vaststelling van enige verordeningen ingevolge de Winkel sluitingswet 1951. Wethouder MEIJS deelt mede, dat de commissie van de strafver ordeningen zich met de voorgestelde verordeningen kan verenigen met dien verstande, dat zij enkele wijzigingen van redactionele aard in overweging heeft gegeven. Spreker zal voor zover nodig bij de afzonderlijke verordeningen daarop terugkomen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 367