368
13 AUGUSTUS 1952
De heer VAN DEN EEDEN zegt, dat de wet zich positief uit
spreekt, dat de winkels op de Zondag gesloten zullen zijn. Dit is het
algemene principe waarvan de gemeentelijke verordening kan afwij
ken. De sluiting van de winkels op de Zondagen is Voorgeschreven
om te voorkomen, dat de Zondagsrust zou worden gestoord. Dit ge
schied, wanneer de winkels open zijn, zowel in het algemeen als voor
de verkopers (plaatselijke middenstand en personeel) en het kopend
publiek in het bijzonder. Het komt spreker voor, dat in de voorge
stelde verordeningen teveel van de wettelijke grondgedachte wordt
afgeweken ten gunste van het vreemdelingenverkeer. Ook aan spre
ker zijn de vreemdelingen welkom in deze gemeente; anderzijds mag
de Zondagsrust niet in het gedrang komen; men moet een grens
weten te stellen. In Amsterdam en Rotterdam waar het vreemde
lingenverkeer nog wel heel wat groter zal zijn dan in Breda, zijn de
zaken Zondags toch ook gesloten. Spreker kan zich voorstellen, dat
er uitzonderlijke omstandigheden kunnen zijn, die het gewenst of
noodzakelijk maken winkels op de Zondag open te houden. Spreker
zou echter de Zondagsrust primair willen stellen, en in het bijzonder
geldt dit voor de Eerste Paasdag.
De heer MINDERHOUD sluit zich gaarne aan bij de opmerking
van de heer Van den Eeden.
Ook mejuffrouw KOPPELAAR doet dit. Het lijkt haar toe, dat de
gemeente met deze uitgebreide mogelijkheden van Zondagsopening
op een hellend vlak komt; het zal er toe leiden, dat men uiteindelijk
geen verschil meer ziet tussen een Zondag en een werkdag.
De heer BRINKERHOF is het ook eens met de heer Van den
Eeden.
De heer KRAMERS kan zich echter met de consequenties van het
betoog Van de heer Van den Eeden niet verenigen. Er zijn nu een
maal een aantal gevallen waarin de Zondagsrust niet door eenieder
gehouden kan worden. Zo is het bijvoorbeeld onmogelijk om de café's
en restaurants op Zondag te sluiten. De plaatselijke middenstand
nu wil tegemoet komen aan de behoefte van het publiek. Met het
oog op het vreemdelingenverkeer zou het wel zeer schadelijk zijn
wanneer in Breda een situatie werd geschapen als bijvoorbeeld op
Marken, waar men des Zondags nog geen glas melk kan krijgen ten
zij een burger je welwillend helpt. In het vlakbij gelegen Volendam
is dat geheel anders. Spreker kan niet inzien waarom de winkels
voor consumptie-artikelen (evenals de café's en restaurants) niet
op de in de verordening aangegeven beperkte wijze geopend zouden
mogen zijn.
De heer JONGBLOED is het opgevallen, dat in de verordening
een belangrijke uitbreiding wordt voorgesteld van de ontheffing op
het verbod om de winkels des Zondags gesloten te houden.
De tijd om geopend te zijn wordt ook van 4 op 8 uur gebracht.
Dit lijkt spreker nogal veel. Anderzijds acht hij het vreemdelingen
verkeer in het belang van de gehele bevolking van de gemeente.
Spreker ziet dan ook geen bezwaar om en ontheffingsregeling op
het sluitingsgebod van de Zondagen, voor 4 uren voor de verkoop
van consumptie-artikelen, zoals dat nu ook reeds geld.
De heer BREKELMANS is het geheel eens met de heer Kramers,