378 13 AUGUSTUS 1952 aan de orde worden gesteld en hij zou dit crediet dan met f 9000. willen verlagen. De heer VERMEULEN vraagt of het niet mogelijk was geweest om ineens de totale kosten te ramen. Spreker vindt het in principe onjuist, dat op credieten als het onderhavige nog belangrijke be dragen worden toegevoegd. Wethouder VAN HAPEREN kent op dit moment de specificatie niet van de begroting van f 30.000.in 1950 voor de verbouwing gev'oteerd. Hij heeft de verbouwingen herhaaldelijk bezichtigd, en meent te mogen zeggen, dat met het toegestane crediet zeer veel is gedaan. Men zou denken, dat in deze dure tijd de verbouwing veel meer gekost zou hebben. Spreker betwijfelt ook, of de nu ge vraagde aanvullingen van het crediet reeds enkele jaren geleden begroot hadden kunnen worden. Zo was het b.v. in 1950 nog onzeker op welke wijze de reorganisatie van de brandweer haar beslag zou krijgen. De plannen daartoe zijn nog al eens gewijzigd. De verwar ming) van de centrale garage houdt hiermede verband. In het algemeen zijn het enige bijkomende voorzieningen, waar voor nu een crediet word't gevraagd. Diverse omstandigheden heb ben een rol gespeeld, welke dit aanvullend bedrag nodig maakte. De heer KOERTSHUIS informeert of de kostenberekening van deze verbouwingen door de dienst van openbare werken is gemaakt. Wethouder VAN HAPEREN veronderstelt, dat de heer Koerts- huis, als lid van de bouwcommissie, daarvan beter op de hoogte is dan hij. De VOORZITTER merkt op, dat ook blijkens dit voorstel de bouwcommissie is gehoord. De heer KOERTSHUIS zegt het onjuist te vinden, dat de begro ting voor deze werkzaamheden door de betrokken dienst zelf is ge maakt. Dit behoort naar zijn mening tot de competentie van de dienst van openbare werken. De heer MOL sluit zich bij deze opmerking aan. Zonder verdere beraadslaging wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 41. Aanschaffing van meubelen en leermiddelen voor de bijzon dere U.L.O.-meisjesschool Oranjeboomstraat 1. 42. Verhoging subsidie aan het „vacantie kinderwerk". Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 43. Verbetering van het gebouw van het Stedelijk Gymnasium. Wethouder VAN KOUTEN is bang, dat hij dadelijk van de heer Vermeulen een zelfde opmerking zal krijgen, als deze bij het agen dapunt no. 40 heeft gemaakt. Op grond van het in de vorige ver gadering verleende crediet is een aanvang gemaakt met de werk zaamheden aan het stedelijk gymnasium. Bij de uitvoering hiervan is gebleken, dat de lambrizeringen van enige lokalen een geheel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 378