390
17 SEPTEMBER 1952
De VOORZITTER zegt ook deze redactiewijziging toe.
Zonder verdere beraadslagingen wordt overeenkomstig
het voorstel besloten.
9. Vervoerskosten art. 13 L.O. Wet.
De heer MINDERHOUD vraagt of de afstand van 4 km ook van
toepassing is voor het buitengewoon lager onderwijs.
De VOORZITTER deelt mede, dat de afstand van de woningen
naar een school voor buitengewoon lager onderwijs geen rol speelt.
De heer MINDERHOUD vraagt waar de St. Jan- en St. Rosa-
school voor buitengewoon lager onderwijs gelegen zijn en verzoekt
dit voortaan aan te geven in het prae-advies.
De VOORZITTER deelt hierop mede, dat de St. Janschool ge
legen is aan de Verbeetenstraat en de St. Rosaschool aan de Leu
venaarstraat 178.
Conform het prae-advies wordt besloten.
10. Crediet voor de voorbereidende werkzaamheden voor de op
richting van een openluchtschool.
De heer VAN KAMPEN vindt het een mooie geste om tot stich
ting van een openluchtschool over te gaan. Een dergelijke school zal
wel meer geld kosten dan een gewone lagere school en een duurdere
exploitatie hebben. In verband hiermede vraagt spreker of de kin
deren (ongeacht de afstand) voor vervoerskosten in aanmerking
komen.
De VOORZITTER deelt hierop mede, dat men reeds in verschil
lende plaatsen tot oprichting van een openluchtschool is overgegaan,
b.v. Amsterdam, Den Haag en Apeldoorn. Een dergelijke school, die
bezocht wordt door kinderen die astmatisch zijn aangelegd of adem-
halings- of longgebreken hebben, zal ook in Breda in een behoefte
voorzien. De kosten van een openluchtschool zijn hoger dan die
van een normale g.l.o.-school, omdat het leerlingental per klasse
veel kleiner is, alsmede omdat bijzondere maatregelen getroffen
moeten worden op hygiënisch gebied. Ook voor voeding zal moeten
worden gezorgd, omdat de kinderen overblijven. Minderbedeelden
zullen dit echter niet kunnen betalen, welke kosten derhalve ten
laste van de overheid zullen komen. De kosten van een openlucht
school komen derhalve hoger te liggen dan die voor een g.l.o.-school.
Het vervoer van de kinderen naar school zal per bus dienen te
geschieden; de kinderen kunnen op bepaalde verzamelplaatsen in
de stad worden opgehaald. Deze kosten zullen ook ten laste van de
gemeente Breda komen.
De heer JONGBLOED vraagt zich af of deze school, in verband
met de te verwachten hoge vervoerskosten, niet te ver van het
centrum der stad komt te liggen. Hij vindt de afstand nogal ver.
Overigens juicht hij de oprichting van een dergelijke school ten
zeerste toe, die, naar hij meent, wel in een behoefte zal voorzien.
Spreker zegt in het prae-advies gelezen te hebben, dat deze school
zal worden opgericht overeenkomstig de bepalingen van art. 72 e.v.
der lager onderwijswet. Hij vraagt zich af of de school wel door