17 SEPTEMBER 1952
399
39. Vaststelling van begrotingswijzigingen voor het dienstjaar
1952.
De heer KRAMERS merkt met betrekking tot de 97e begrotings
wijziging op, dat de uitgaven van het gemeentelijk vervoerbedrijf
met 7195,konden worden verhoogd, omdat de post schoolgeld
met een gelijk bedrag is verhoogd. De toelichting hierop komt spre
ker echter vreemd voor.
Voor schoolgeld was destijds geraamd 100.000,Doordat de
vermenigvuldigingsfactor is gewijzigd, werd deze post verlaagd tot
50.000,—.
Thans ziet men, dat deze post weer met 71.075,- is verhoogd,
zodat deze post ruim 125.000,zal opbrengen. De meerdere ont
vangst is derhalve andermaal hoger. Spreker vindt de methode van
begroten niet erg elegant en hij is van oordeel, dat er een foutieve
raming heeft plaats gehad.
De VOORZITTER deelt mede, dat hij mag veronderstellen, dat het
de raad bekend is, dat er grote achterstand aan schoolgeld is ont
staan, omdat er bij de rijksinspectie, waarvan de betrokken gegevens
moeten komen, achterstand is. Er is geen foutieve raming gemaakt;
zij is juist. De schoolgeldaanslagen over de jaren 1948/1949 en 1949/
1950 zijn eerst veel later uitgegaan en mitsdien ook ontvangen. In
de raming zit dus een extra opbrengst van de schoolgelden over
voorgaande jaren.
De heer VAN BIJNEN heeft een soortgelijk bezwaar. Uit de toe
lichting blijkt, dat er geen rekening is gehouden met materiaal- en
loonsverhoging. Het materiaal-gebruik is echter van 46.000,on
geveer verdubbeld en op 91.000,gebracht. Op de post algemene
kosten is nog een bedrag van 18.000,extra geraamd. De olie- en
benzineprijzen zijn daarentegen in 1952 niet noemenswaardig meer
gestegen. Hier geldt hetzelfde bezwaar als bij het Slachthuis. Men
begroot te laag en komt uiteindelijk met veel grotere uitgaven.
De VOORZITTER zegt, dat dit incidenteel inderdaad wel eens
voorkomt. Zo ook in het onderhavige geval. De begroting 1952 is
opgemaakt toen de uitgaven over 1951 nog niet bekend waren. Men
gaat niet uit boven de cijfers van 1951. Het is wel juist, dat de post
te krap begroot is.
De heer VERMEULEN vraagt of het achterstallig schoolgeld niet
zit in het saldo van vorige jaren.
De VOORZITTER zegt, dat de schoolgelden niet zuiver geraamd
konden worden. In voorgaande jaren zijn zij wel geraamd, doch niet
ontvangen. Deze bedragen zijn er nu bijgekomen.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
40. Wijziging van het raadsbesluit van 23 Juli 1952 tot het aan
gaan van een geldlening met de rijksverzekeringsbank.
Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.
41. Voorstel tot wijziging ener geldleningsovereenkomst met de
N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten.