15 OCTOBER 1952 419 De heer KOERTSI-TUIS stelt voor het urinoir dan maar meer naar achteren te zetten in de richting van de Kraanstraat. De heer STUBENROUCH meent, dat het 't verstandigst is om het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan te nemen. Blijkt de plaats niet geschikt te zijn dan kan het urinoir altijd nog worden verplaatst. De heer VAN HOUTEN merkt nog op, dat het geprojecteerde urinoir zeer goed uit elkaar is te halen en dus gemakkelijk verplaatst kan worden. Zonder verdere beraadslagingen wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 8. Vaststelling van het partieel uitbreidingsplan „Frisolaan" met de daarbij behorende bebouwingsvoorschriften. 9. Verlenging van de in art. 80 van de onteigeningswet bedoelde termijn, met betrekking tot de Percelen, begrepen in het onteige ningsplan „Boeimeer". Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten. 10. De bouw van 172 woningwetwoningen. Zr. KOPPELAAR zegt het toe te iuiehen dat woningen zo gerie felijk mogen worden gebouwd. In een van de in het voorstel genoem de complexen zijn echter woningen geprojecteerd waarbij men woon ruimte aan z'n bestemming onttrekt door in de woning een schuurtje onder te brengen. Spreekster verwondert zich uitermate over dit voorstel, waarin als motief wordt gebruikt dat men dan een ruimere tuin krijgt. Volgens spreekster is een ruimere indeling van de hui zen voor de bewoners een van de eerste belangen. Met een schuurtje in de woningen ten koste van woonruimte kan zij zich niet vereni gen. Zij zal haar stem mitsdien niet aan dit voorstel kunnen geven. De VOORZITTER zegt dat dit voorstel toch in de bouwcommissie is besproken. Zr. KOPPELAAR bevestigt dit. De heer KOERTSHUIS heeft ook bezwaar tegen het type C van de in het voorstel genoemde woningen. Hij vindt het een experiment op dit gebied en zeker geen gelukkig experiment. De woning is voor de vrouw en de man moet met z'n liefhebberijen maar in een schuur tje buiten de woning. Hij vraagt daarom type A met aparte schuur tjes in de tuin. De heer JONGBLOED zegt een eigenaardige indruk over de bouw commissie te hebben. Het blijkt dat men omtrent deze aangelegen heid in de bouwcommissie geen overeenstemming heeft verkregen. Hij meent, dat het meer gaat om het type C dan om de typen A en B van de geprojecteerde woningen. Spreker constateert, dat men door de ingang van de étagewoningen moet om in de bergruimte te komen, die in 5 aparte vertrekken is onderverdeeld. Het projecteren van een achteruitgang om in deze bergruimte te komen vindt hij een goede oplossing als men tenminste binnen geen afsluiting maakt,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 419