428
15 OCTOBER 1952
zorgen, dat de mensen zo goedkoop mogelijk aan de apparaten
komen. Spreker vraagt zijn fractie-genoten deze aangelegenheid nog
eens extra te overwegen.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat de heer Drion de klok
achteruit wil zetten. Als de mensen van hun vuile arbeid thuis ko
men zijn ze gedwongen zich half naakt buiten te wassen. Hij ver
heugt zich erover, dat er in Nederland een streven is om hierin
verandering te brengen. Blijkbaar wil men dat echter in B-reda niet;
hier wil men de mensen zo laag mogelijk houden in plaats van ze
op te heffen.
De heer VAN HOUTEN zegt de discussies gehoord te hebben en
van plan te zijn weinig over deze aangelegenheid te zeggen.
In het verleden heeft de raad over deze zaak uitvoerig gediscussi
eerd. Het college van Burgemeester en Wethouders staat op het
standpunt, dat, als men badcellen bouwt, daarin ook geysers moeten
worden aangebracht. Het is voor een gezin een zeer groot voordeel
om steeds warm water in de keuken te hebben met een leiding naar
de douchecel boven.
De heer Drion heeft gezegd geen van de drie voorstellen te aan
vaarden en op het standpunt te staan, dat de overheid' hier buiten
moet blijven en dat deze aangelegenheid aan het particulier initiatief
moet worden overgelaten. Dit verbaast spreker echter. Het principe,
waar de heer Drion over gesproken heeft, is eigenlijk geen principe,
In elke raad in Nederland, ongeacht tot welke politieke partij men
behoort, werkt men uit nuttigheidsoverwegingen mede aan de bouw
van badcellen en brengt daar apparaten in aan, ook in Tilburg.
Vroeger is in deze raad meermalen naar voren gekomen de bouw
van badhuizen. In de gemeente Breda heeft men er zeker nog drie
of vier nodig, waarvan de kosten op 2 millioen kunnen worden ge
raamd. Nu is er de mogelijkheid om in de nieuw gebouwde woning
badcellen met apparaten aan te brengen, waarvan het gebruik veel
voordeliger is dan het gebruik van badhuizen.
Destijds is ook goed gevonden dat in de door de woningbouwver
enigingen gebouwde huizen geysers werden aangebracht. Spreker
ziet er geen principieel verschil in of de gemeente dan wel de woning
bouwverenigingen huizen bouwt. Ook de woningbouwverenigingen,
welke geheel met overheidssteun overeenkomstig de bepalingen van
de woningwet worden gefinancierd, zijn als overheidsinstellingen
aan te merken.
Spreker dringt er met klem op aan, een van de voorstellen van
Burgemeester en Wethouders aan te nemen.
De heer DRION zegt, dat hij de opmerking met betrekking tot
het achteruitzetten van de klok zich niet kan laten welgevallen.
Ook hij staat erop, dat de mensen zich op tijd wassen en een bad
nemen. De zaak ligt volgens spreker echter anders. De heer Ver
meulen heeft gezegd, dat deze aangelegenheid geen principe-kwestie
is. Spreker zegt het subsidiariteits-principe te huldigen, dat voor
schrijft dat de overheid zich heeft te onthouden van werken, welke
door particulieren kunnen worden uitgevoerd. Van dit principe uit
gaande heeft de overheid zich te onthouden van het plaatsen van
geysers, hetgeen door particulieren kan geschieden. Hij stelt echter
uitdrukkelijk vast dat ook hij zoveel mogelijk woningen met bad
cellen en geysers wil. Hij wil hiervoor veel propaganda, maar een en
ander echter aangelegd door het particulier-initiatief. Het is nog