444 15 OCTOBER 1952 Ook de heer KRAMERS betoont zich geen voorstander van een dusdanige bouw van dit gymnastieklokaal, waardoor dit met een uitstekende punt op de Markendaalseweg komt te liggen. Hier wordt rustig een stuk van de openbare weg gebruikt voor de bouw van deze schoollocaliteit. Al is spreker geen deskundige, toch zal naar zijn oordeel deze eigenaardige bouw niet voldoen. Hij kan zich ook niet voorstellen, dat er geen ander plan voor de bouw van deze localiteit zou zijn te maken. De heer MOL verneemt gaarne een nadere uitleg van de door de Voorzitter gemaakte opmerking omtrent de invloed van het gedane voorstel op het zgn. „verkeersquadraat". De heer MINDERHOUD sluit zich aan bij de opmerking van de heer Kramers. Op andere punten van de stad worden dergelijke uitspringende gebouwen juist afgebroken (b.v. het pand Haagweg 297). De heer JONGBLOED heeft dezelfde bezwaren als de heer Kra mers en de heer Minderhoud. Komt er door de geprojecteerde bouw niet eenzelfde situatie als thans bij de „Trapkes" bestaat? Hetgeen daar is geschied, moet een waarschuwing zijn. Spreker zou terzake gaarne een deskundige voorlichting verkrijgen: vooralsnog kan het plan zijn instemming niet verkrijgen. De heer STUBENROUCH zou ook nadere toelichting op prijs stellen omtrent de invloed, die dit voorstel kan hebben op de grote projecten van het verkeersquadraat. Indien zulks mogelijk blijkt, dan wil hij gaarne dit voorstel afzonderlijk behandelen. De heer KOERTSHUIS is het geheel eens met de heer Kramers. Zover hem bekend, is dit voorstel niet behandeld in de verkeers- commissie. Zou dit niet van nut kunnen zijn? De VOORZITTER heeft er geen bezwaar tegen dit voorstel indien nodig alsnog in de verkeerscommissie te brengen. Naar aanleiding van door de heren Mol en Stubenrouch gemaakte opmerking, deelt hij mede, dat naar de mening van het college van Burgemeester en Wethouders de noord-zuid-verbinding in de stad open moet blijven. Het college meent echter ook, dat de voorgestelde verlegging van het wegtracé daar niet mede in strijd komt. Ook uit stedebouwkundig opzicht, is het gemaakte plan toe te juichen. De Markendaalseweg krijgt op dit punt een bebouwingsafsluiting, welke juist aansluit aan die van de „Trapkes" aan de andere kant van de straat. Thans is deze hele bebouwing nog uitermate twijfel achtig. Voorts wordt deze school gebouwd, precies als de door de Raad voorgestelde rooilijnverordening het verlangt. Gevraagd is, of deze schoollocaliteit niet iets meer naar achteren gebouwd kan worden. De strekking van een rooilijnverordening is echter aan te geven waar gebouwd moet worden. Wanneer de raad niet meer accoord gaat met zijn enige tijd geleden vastgestelde rooilijnplan, dan zullen Burgemeester en Wethouders zich moeten bezinnen om te komen tot een ander voorstel dienaangaande, hetgeen niet een voudig zal zijn. De bouw van de school zal echter niet kunnen door gaan, vóórdat een nieuwe rooilijnverordening is vastgesteld. De heer VAN KAMPEN was het destijds niet opgevallen, dat door de rooilijnverordening een zodanige onderbreking van het be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 444