15 OCTOBER 1952
445
staande wegtraeé zou plaats vinden als nu blijkt, en hij gelooft,
dat dit ook bij de andere raadsleden het geval is.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders
inmiddels niet anders konden doen dan komen met een voorstel, dat
uitvoering geeft aan het genomen raadsbesluit.
Intussen is het zo, dat een rooilijnverordening door deskundigen
wordt opgesteld, de bouwcommissie en de raad passeert en daarna
aan goedkeuring onderhevig is van de hogere instanties. Ook van
de laatste deskundige zijde is geen bezwaar gemaakt tegen dit plan.
De heer KOERTSHUIS gelooft rustig te kunnen stellen, dat een
en ander destijds aan de raad is ontgaan. Wellicht is hier een mea
culpa op zijn plaats. Niemand heeft zich gerealiseerd, dat de be
bouwing aan de Markendaalseweg zou worden, zoals thans blijkt.
Hij vindt het erg, dat nu een beslising zou moeten worden genomen,
zonder dat de zaak in zijn geheel kan worden bezien.
De heer KAMPHUIS vraagt of het mogelijk is, dat door deskun
digen nog eens een toelichting wordt gegeven op dit project. Mo
gelijk zou zulks verhelderend kunnen werken.
De heer STUBENROUCH merkt op, dat in deze van belang is de
realiteit: nl. de vastgestelde rooilijn. Wanneer de Voorzitter de ga
rantie geeft, dat de grote Noord-Zuid-verbinding open wordt ge
houden, dan lijkt het spreker juist dit plan thans te accepteren. In
de toekomst zal een tijdige deskundige voorlichting bij het vaststel
len van rooilijnverordeningen wellicht gewenst zijn om situaties
als zich thans voor doen te voorkomen. Hij hoopt intussen dat het
principiële plan nog eens uitvoerig uit de doeken zal worden gedaan.
De heer VAN EGERAAT wijst erop, dat de te bouwen gymnas
tiekzaal niet de enige begrenzing zal worden van de Markendaalse
weg, welke thans stedebouwkundig zeer lelijk is. Men moet zich
ook niet blind staren op dit ene onderdeel. De nodige verbetering
kan alleen komen door een spoedige bebouwing.
De heer TOXOPEUS meent, dat de raad zich zelf in een impasse
heeft gebracht. Echter behoeft niemand zich te generen dat een
bepaalde aangelegenheid aan de aandacht is ontsnapt. Wanneer
zulks echter ontdekt wordt, dan is het juist zich terzake te bezin
nen. Indertijd zijn de consequenties van de rooilijnverordening niet
overzien; het lijkt spreker ook niet mogelijk dit te doen zonder een
deskundige voorlichting. Naar zijn mening heeft de heer Kamphuijs
daarom een wijs voorstel gedaan. Spreker wil gaarne de medede
ling van de voorzitter accepteren, maar het lijkt hem toch niet te
veel gevraagd, wanneer hij zich terzake ook wil laten overtuigen.
Spreker stelt daarom voor, dat het aanhangige prae-advies nog
maals in de eerstkomende vergadering ter sprake zal komen en dat
inmiddels een gelegenheid wordt gegeven voor een uiteenzetting
van de zijde van de dienst van Openbare Werken.
De heer VAN KAMPEN zou niet alleen een voorlichting willen
hebben omtrent het huidige plan maar tevens omtrent de mogelijk
heden van een andere rooilijn.
Mejuffrouw KOPPELAAR merkt op, dat ook vanuit de bouwcom
missie, waar deze aangelegenheid uiteraard besproken is, het ver-