446
15 OCTOBER 1952
zoek werd gedaan om een toelichting te laten geven aan de raad
door de dienst van Openbare Werken. Zij betreurt het, dat dit ach
terwege is gelaten. De bouw van de school is dringend gewenst en
het zou onjuist zijn deze weer voor lange tijd uit te stellen.
Wethouder ME1JS zegt inzake de Havenkwestie nog steeds te staan
op hetzelfde standpunt dat hij vroeger heeft ingenomen. Het onder
havige voorstel ontmoet bij hem echter geen bezwaar, omdat des
tijds op zijn verzoek reeds een wijziging is gebracht in de loop van
de weg, waardoor deze inplaats van een scherpe hoek tussen het
Zuidelijk en Noordelijk gedeelte slechts een flauwe bocht heeft ge
kregen en over zijn volle lengte de bestaande breedte van elf meter
heeft behouden. In dit verband heeft hij zijn bezwaren voor de ge
projecteerde bouw van de school kunnen laten vallen.
De heer JONGBLOED stelt prijs op een behandeling van het
voorstel in een volgende raadsvergadering, terwijl voordien een uit
gebreidere toelichting op het voorstel kan worden gegeven. Momen
teel kan hij de consequenties t.a.v. dit voorstel nog niet aanvaarden.
De VOORZITTER meent, dat in principe een technische uiteen
zetting van dergelijke plannen in de bouwcommissie behoort te
worden gegeven en niet in een vergadering van de raad als zodanig.
Hij is echter genegen deze aangelegenheid nogmaals in het com
missoriaal verband te doen bespreken en voor deze bespreking ook
de andere leden van de raad uit te nodigen. In de volgende verga
dering van de raad zal dan een beslissing genomen kunnen worden.
De raad besluit voormelde agendapunt tot de volgende
vergadering aan te houden.
73. Aanleg van een riolering door de Prinsenkade naar de Mark
kade.
De VOORZITTER brengt in herinnering zijn mededeling gedaan
bij de aanvang van de behandeling van de twee vorige agenda
punten.
Bij de heer VAN SWOL zijn een aantal vragen in verband met het
voorstel gerezen. Is het waterschap gesteld op dit rioolwater en is
hij bereid dit te accepteren? Zal er geen verzet komen van de zijde
van de boeren bij vervuiling van de Mark? Past dit voorstel in het
vroegere plan van lozing naar de Moerdijk? Is het geprojecteerde
gemaal, dat 86.000,kost, later nog nodig? Is de loop van de
thans geprojecteerde riolering in overeenstemming met de uitein
delijke plannen, ook wat de technische uitvoering betreft?
Spreker vindt het moeilijk dit plan te bespreken zónder de eigen
lijke havenkwestie ter sprake te mogen brengen.
De heer KOERTSHUIS meent, dat het onderhavige voorstel van
Burgemeester en Wethouders onjuist is voor zover daarin gespro
ken wordt over „al of niet demping van de Haven": terzake is toch
al een beslissing genomen?
Nog veel moeilijker dan bij het vorige voorstel is het thans een
standpunt in te nemen terwijl men zich los moet maken van de
kwestie waarover het eigenlijk gaat: het dempen van de Haven.
Spreker gelooft, dat het onderhavige voorstel geen genoegzame
oplossing geeft tegen de vervuiling van de Haven. Ook in het voor-