448
15 OCTOBER 1952
is niet juist: zij wordt ook door de industrie veroorzaakt. De moei
lijkheid voor hem is, dat het verse water somtijds het vuil water
naar de stad terugdringt.
Voor de heer VAN GILS is het voorstel acceptabel. Wel zou ook
hij de lozing der riolen niet bij de Trambrug, maar wat meer
stroomopwaarts willen doen plaats vinden.
De heer VAN KAMPEN heeft het voorstel met vreugde gelezen.
Ofschoon hij niet geheel gerust is, dat de voorgestelde voorzieningen
afdoende zullen zijn, zullen zij toch wel een aanmerkelijke verbete
ring brengen.
De VOORZITTER zegt, dat het College van Burgemeester en
Wethouders zich er van bewust is, dat bij terugstromend water
enige vervuiling van de Haven kan blijven bestaan. Momenteel is
daar niets tegen te doen. Zulks zou worden voorkomen, wanneer aan
de kop van de Haven vers water zou worden toegevoegd: doch een
voorstel daartoe moest achterwege blijven, omdat daardoor wel zou
worden vooruitgelopen op de hoofdkwestie, nl. het al dan niet dem
pen van de Haven. Om dezelfde reden is ook het gemaal thans niet
geprojecteerd aan de kop van de Haven, maar op de hoek bij de
Markendaalse weg (bij de „Trapkes"). Wanneer het onderhavige
voorstel wordt aangenomen, worden alleen werken uitgevoerd welke
passen in het centrale rioleringsplan, dat als zodanig geheel los
staat van de Havenkwestie, en welke van urgente aard zijn. Deze
opzet verklaart ook waarom de lozing nabij de Trambrug zal ge
schieden. Een eventuele afvoer naar de Moerdijk zou kunnen begin
nen ongeveer vanaf de Slingerweg. Een verder doortrekken van de
riolering zou derhalve belangrijke, en later nodeloos te achten kos
ten met zich mede kunnen brengen. Het thans aangeboden plan
geeft alleen een oplossing van het meest urgente probleem. Spreker
hoopt gezien de toezeggingen, welke het architectenbureau heeft
gedaan omtrent de duur van de uit te voeren werken dat men
midden-zomer aan de Haven vrijelijk en diep zal kunnen ademhalen.
De heer VAN KAMPEN merkt op, dat wanneer aan de Prin
senkade het wegdek moet worden opgebroken dit een goede
gelegenheid kan zijn de oude kei-bestrating te vervangen door
klinkers.
De VOORZITTER zal aan deze suggestie aandacht schenken.
De heer KOERTSHUIS is nog niet overtuigd, dat thans een goede
weg wordt ingeslagen. Men zegt wel: er moet toch iets gebeuren,
maar dit „iets" kost liefst 430.000,-. Er is wel een garantie van
het ingenieursbureau, maar niet van het College van Burgemeester
en Wethouders. De voorgestelde werken kunnen wel wat resultaat
opleveren, maar zullen naar spreker vreest geen genoegzame
verbetering brengen. Bovendien kunnen zij het grote plan van de
havendemping in gevaar brengen.
De heer WEZENBEEK meent, dat de adviezen van het ingenieurs
bureau wankelbaar zijn. Vroeger werd voorgesteld de riolering te
leggen in de gedempte Haven, nu wordt deze geprojecteerd in de
Prinsenkade. Zodoende wordt wel op het latere plan vooruitgelopen.
Wethouder VAN HOUTEN meent, dat de heer Wezenbeek zich