456
12 NOVEMBER 1952
van een crediet van 5000,- voor verandering van de ingang Val
kenberg aan de Catharinastraat. (Bijlagen 1952, no. 507).
44. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het beschik
baarstellen van een crediet voor de uitvoering van égalisatiewerk-
zaamheden ingevolge de gemeentelijke sociale werkvoorzienings
regeling. (Bijlagen 1952', no. 508).
45. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het garan
deren van de betaling van hoofdsom, rente en aflossing ener geld
lening groot 850.000,- aan te gaan door de Instelling ter behar
tiging van de belangen van zwakzinnigen in Breda e.o.
Tegenwoordig: Mevr. E. M. S'LOT-PLATTEL, Mejuffrouw J. P.
KOPPELAAR, G. J. BRAAKHUIS, A. C. A. BREKELMANS, J.
M. VAN BIJNEN, H. J. C. COSIJN, A. C. DIRVEN, C. VAN DEN
EEDEN, A. J. J. VAN GILS, N. W. C. VAN GISBERGEN, A.
VAN HAPEREN, H. J. VAN HOUTEN, Mr. J. P. HUSTINX, A.
JONGBLOED, J. VAN KAMPEN, L. J. F. KOERTSHUIS, D. J.
A. KRAMERS, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD, F. H. M. MOL.
J. J. MOL, F. P. VAN NOORT, C. PEETERS, A. J. A. RATTINK,
A. P. ROMSOM, C. A. M. DE ROOS, Drs. G. C. STUBENROUCH,
C. A. H. VAN SWOL, Mr. E. H. TOXOPEUS, Drs. O. G. E. M.
VERHAAK, J. F. V. VERMEULEN, J. VERSCHUREN, A. J. WE
ZENBEEK.
Afwezig: de heren J. D. F. BRINKERHOF, Mr. B.. W. M. DRION,
Dr. L. VAN EGERAAT, J. J. KAMPHUIJS.
Voorzitter; de Heer Mr. Dr. C. N. M. KORTMANN.
Secretaris: de Heer Mr. Ph. I. E. VAN WOENSEL.
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed
uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8a van het Regle
ment van orde voor de vergaderingen Van de gemeenteraad.
Bericht van verhindering is binnengekomen van de heren: J. D.
F. BRINKERHOF en Mr. B. W. M. DRION.
Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de agenda.
1. Beëdiging nieuw raadslid J. J. Mol.
De VOORZITTER verzoekt de gemeente-secretaris het nieuw
toegelaten lid van de raad, de heer J. J. Mol, binnen te leiden.
De SECRETARIS leidt daarop de heer Mol binnen.
De VOORZITTER vraagt de heer J. Mol, of hij bereid is de wet
telijk Vereiste eden af te leggen. Deze bevestigt dit. Daarna wor
den door de heer Mol in handen van de Voorzitter afgelegd de
eed van zuivering en de ambtseed, op de wijze als bepaald in art.
45 der gemeentewet.
De VOORZITTER heet de heer Mol hartelijk welkom en hoopt
dat diens arbeid moge bijdragen tot het welzijn van de stad Breda.
De heer J. MOL dankt de Voorzitter voor zijn woorden en zegt