17 DECEMBER 1952 493 de oorlog waren inderdaad vele wantoestanden, ook onder de oudere bevolkingsgroepen, maar spreker meent, dat een kentering ten goede reeds is ingetreden. De verantwoordelijkheid van de opvoeding ligt primair bij de ouders. Spreker betwijfelt of het juist is, de jeugd te veel naar verzamelplaatsen te halen. Naast de ouders hebben de parochies (Kerkelijke Gemeenten) een belangrijke taak. Wanneer deze personen en instellingen die primair verantwoordelijk zijn voor de jeugd er niet in slagen deze goed op te voeden, dan rijst de vraag of deze stichting meer succes zal heb ben. Sprekers hoofdbezwaar gaat naar de grootse opzet van deze stichting, waardoor naar zijn mening de vaste lasten van de stich ting erg groot worden en waardoor anderzijds veel minder middelen ter beschikking komen ten behoeve van het directe werk onder de jeugd. Spreker had liever gezien, dat men hier of elders plaatselijk begonnen was. Thans heeft men een provinciale directeur aangesteld en enige regionale hoofden, waarvoor respectievelijk 9000,en 5000,aan salariskosten moeten worden uitgetrokken. Zo zijn er naar het spreker voorkomt nog meer vaste lasten, zonder direct effect. Het verzoek van Burgemeester en Wethouders is gebaseerd op een aanvrage van April 1952. Spreker mist op dit moment een begroting voor 1953. Bovendien is ook geen inzicht gegeven in de mate, waar in door het bedrijfsleven wordt bijgedragen. Spreker zou het op prijs stellen wanneer dit voorstel een vergadering wordt aangehouden en Burgemeester en Wethouders inmiddels wat meer concrete inlichtin- -gen zouden verstrekken. Ook zal er nog voor moeten worden gewaakt, dat er niet te veel acties komen, welke elkander doorkruisen. In dit verband denkt spreker aan het werk voor de meisjes, dat door de Mater Amabilis- school wordt gedaan. Van Christelijke zijde heeft men dit initiatief reeds overgenomen. De heer VAN DEN EEDEN is het volkomen met de heer Jong bloed eens, waar deze gewezen heeft op de primaire taak van de ouders en van de Kerk. In de huidige situatie zijn vele ouders echter niet meer in, de gelegenheid hun kinderen tussen de 14 en 21 jaar die Vorming te geven, welke de tegenwoordige maatschappij eist. Terzake hebben de jeugdverenigingen dan ook een aanvullende taak gekregen. Bepaalde groepen van de jeugd worden daardoor echter niet bestreken. Het gaat hier om de zgn. ongrijpbare jeugd. Het zou echter gevaarlijk zijn, deze jeugd aan hun lot over te laten. Het is de bedoeling om via contacten met ouders en bedrijfsleiders deze jon gens in weekends bij elkaar te brengen. Hun zal dan worden gewezen op de schoonheid en de waarde van de arbeid, en de zin en de bete kenis van het leven zullen deze jongens moeten leren zien. De jon gens horen veel, maar het meeste geeft hen een onjuist beeld. Na deze weekends worden de jongens niet losgelaten, maar blijven de contacten bestaan met het uiteindelijke doel de jongens binnen te leiden in de jeugd- en andere maatschappelijke organisaties. Spreker zou met klem willen vragen er aan te willen medewerken, dat dit vertrouwen wekkende experiment ook in de gemeente Breda zijn kans krijgt. De heer VERMEULEN meent, dat de( discussie er niet over gaat, dat er iets gedaan moet worden, maar over de wijze waarop het moet geschieden. Ook de heer V. d. Eeden heeft niet ontkend, dat er een belangrijk element van risico in de voorgestelde werkwijze ligt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 493