496
17 DECEMBER 1952
hierop een kippenhok staan, dat Mulders voor f 50,gekocht heeft.
Inmiddels is echter dit kippenhok afgebroken en de afbraak is
door Openbare Werken mede genomen. Op bedoeld perceel zou
Mulders thans een schuur voor bedrijfsruimte willeni bouwen. Toen
de onderhandelingen over de verkoop van deze grond niet vlotten,
heeft Mulders zich tot een van de leden van de raad gewend (niet
tot spreker). Dit raadslid heeft zich hierna in verbinding gesteld
met de dienst van Openbare Werken, waarop hij tot antwoord
kreeg: „Openbare Werken verkoopt deze grond nooit". Behoort
de verkoop van de gemeentegrond niet meer aan de Raad?
Mulders heeft wel bericht ontvangen, dat hij bedoeld perceeltje
grond kan huren voor een bedrag van f 7,70 als pachtsom per jaar.
Mulders wil echter deze grond kopen om daarop een opstal op te
trekken, welke hij als bedrijfsruimte nodig heeft. Mulders is toen
geadviseerd zich tot de raad te wenden. Op zijn verzoek hebben
Burgemeester en Wethouders thans een prae-advies uitgebracht,
waarover spreker ten respecte van het College geen waarde-oordeel
wil geven. Men had even goed ter verdediging van de afwijzing op
het verzoek tot verkoop kunnen aanvoeren, dat er misschien te
zijner tijd grond voor de bouw van een station nodig is. Het kan
toch niet in de bedoeling liggen om van dit terreintje van 770 m2
een waterplas te maken? Hoe bij een omlegging van de Weerijs
deze naar het betrokken perceel kan worden geleid is spreker hele
maal niet duidelijk. Bovendien zou dan ook een aantal woningen
moeten verdwijnen. Waar de gemeente in het geheel geen behoefte
heeft aan deze grond, stelt spreker dan ook voor in afwijking van
het prae-advies, alsnog het onderhavig stukje grond aan Mulders
te verkopen.
Wethouder VAN HAPEREN is blij, dat de heer Braakhuis met
hem aanvoelt, dat gedupeerde landbouwers zoveel mogelijk moeten
worden geholpen. Het streven van Burgemeester en Wethouders
en ook van de Raad is daarop altijd gericht geweest. De heer
Mulders was destijds pachter van een perceel nabij de Oranjeboom
straat, dat voor de stadsuitbreiding nodig was. Ofschoon de pacht
afliep heeft Mulders voor het uit de pacht nemen nog' de belang
rijke som van f 12.000.gekregen, welk geld de raad heeft uitge
trokken om hem zoveel mogelijk ter wille te zijn.
Het onderhavige perceeltje grond was reeds in het uitbreidings
plan van Princenhage aangewezen om deel uit te maken van een
weg van de Houtbrug naar de Roskam. Wanneer Mulders de grond
van jaar tot jaar huurt, is er niet veel verschil tussen de huur en
eventuele aankoop, temeer omdat hem toch niet de toestemming
kan worden gegeven om op deze grond te bouwen. Spreker heeft
het gevoel, dat de gemeente Breda deze grond over niet al te lange
tijd nodig heeft, en kan daarom niet adviseren tot verkoop van
de grond: later zou de grond dan misschien weer moeten worden
teruggekocht.
Mulders wil de bedrijfsruimte vrijwel achter zijn woning hebben,
maar deze kan ook iets verderop worden opgetrokken.
Wethouder VAN HOUTEN is ook enige malen bij Mulders ge
weest om de zaak te bespreken. Wat het oprichten van een bedrijfs
ruimte betreft: dit kan naar sprekers inzicht ook best geschieden
een aantal meters verder, waartegen van gemeentewege geen be
zwaar kan worden gemaakt. Het betrokken perceel maakt deel uit
van een reeds in het uitbreidingsplan Princenhage geprojecteerde