17 DECEMBER 1952 497 weg. Hoe deze uiteindelijk precies zal komen te lopen hangt af van de uitwerking van het uitbreidingsplan voor de streek tussen de Houtbrug en Boshek. Gedacht is het laagste gedeelte van dit ge bied te bestemmen tot een waterplas, in verband waarmede een omlegging van de Weerijs nodig zou zijn. Het zou niet juist zijn thans deze grond te gaan verkopen. Ook spreker heeft de indruk dat Burgemeester en Wethouders zowel als de Raad Mulders des tijds zeer welwillend zijn tegemoetgekomen. De heer BRAAKHUIS zegt het bezwaar van de heer Mulders te kunnen delen, die meent, dat een behoorlijke bedrijfsvoering niet mogelijk is, wanneer hij slechts het bedoelde perceeltje grond voor 1 jaar kan huren. Voorts is het ook zo, dat betrokkene uiteraard de bedrijfsruimte wil oprichten op de minst goede grond, die hij tot zijn beschikking heeft. Spreker wil zijn verzoek tot verkoop van de grond laten vallen wanneer belanghebbende de grond voor een langere periode, b.v. de gebruikelijke 12 jaar wordt gepacht en wanneer voorts zoveel mogelijk wordt medegewerkt, dat Mulders daar de bedrijfsruimte kan oprichten, waar dit het beste kan ge schieden, in verband met de gesteldheid van de gronden die hij in gebruik heeft en de ligging van zijn woning. Wethouder VAN HAPEREN antwoordt, dat de gemeente uiter aard genegen is belanghebbende zoveel als mogelijk is tegemoet te komen. De gemeentegrond wordt immer van jaar tot jaar ver pacht. Dit betekent niet, dat de gemeente dit jaar aan de ene en het volgend jaar de grond aan een ander zal Verpachten. Naar con tinuïteit in de verpachting wordt altijd gestreefd. De heer VERSCHUREN vraagt nadere inlichtingen omtrent de afbraak van het kippenhok. De VOORZITTER zegt toe dit te zullen laten onderzoeken. De heer BRINKERHOF zegt er niet mee te zullen instemmen wanneer de grond zal worden verkocht. Overigens is de raad altijd zeer royaal geweest met het geven van vergoedingen aan de land bouwers, die door de stadsuitbreiding worden gedupeerd. Zo ook in het onderhavige geval waarbij de heer Mulders, die geen eige naar maar slechts pachter van de grond was, geen recht op een vergoeding had. Zonder verdere beraadslagingen wordt overeenkomstig het voorstel besloten. 44. Aankoop van grond in de Boeimeer en aan de Kerkhofweg. De heer VERSCHUREN kan het gemeentebestuur feliciteren nu het de beschikking krijgt over deze niet onaanzienlijke percelen grond, welke te zijner tijd voor de stadsuitbreiding nodig zijn. Hij vindt het echter jammer, dat een der mooiste en beste boerderijen rond Breda ten offer zal vallen. Het gaat spreker ter harte dat binnen afzienbare tijd een gezin van 9 personen wederom zijn be drijf zal moeten verlaten, een bedrijf waarop in een reeks van jaren hard gewerkt is, met een prachtige rundveestapel en een varkens fokkerij, welke bekend is in geheel Noord-Brabant. Als landbouwer kan spreker zich indenken wat het zeggen wil zijn bedrijf te moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 497