50
17 JANUARI 1952
Eveneens dankt spreker voor de woorden van erkentelijkheid, ge
richt aan het adres van het gemeentepersoneel. Ieder lid van het
personeel heeft zich volledig ingezet voor de hem opgedragen taak.
Bij de beantwoording van de opmerkingen, die door de fractie
voorzitters zijn gemaakt, zal spreker zich onthouden van hetgeen
over en weer is gezegd over het verschil, dat bestaat in de princi
piële standpunten van de een ten opzichte van de ander. Spreker
wil zich in het bijzonder wenden tot de heer Veldkamp met de
opmerking, dat hij niet kan inzien, dat het College te weinig regel
maat betracht bij het betrekken van de Raad in de voorbereidende
werkzaamheden.
Het is soms moeilijk de Raad in de voorbereidende werkzaam
heden te betrekken en in veel gevallen kan het zelfs vertraging
tengevolge hebben. Het College zal echter met de opmerking van
de heer Veldkamp zoveel mogelijk rekening houden. Het is zeker
niet de bedoeling van het College, de Raad buiten de voorbereiden
de werkzaamheden te houden.
De heer Veldkamp toonde zich verheugd over de vermindering
van de vermenigvuldigingsfactor voor het schoolgeld; ook het Col
lege is daarover verheugd. Door een extra uitkering is de mogelijk
heid geschapen deze factor te halveren, zodat aan de wens van de
Raad kon worden voldaan.
Betreffende de opmerking, dat de Raad in het afgelopen jaar
weinig heeft vernomen over de Burgerlijke Defensie, antwoordt
spreker, dat de gang van zaken de Raad niet geheel onbekend is.
De Burgemeester heeft enige tijd geleden de Raad terzake inlich
tingen verstrekt.
Spreker wil hierop niet verder ingaan, omdat:
1. de Burgemeester die zaak onder zich heeft;
2. de Burgemeester over deze zaak in de volgende vergadering
het woord zal voeren.
De heer Veldkamp heeft gesproken over efficiëncy. Over de wer
kelijke stand van zaken zal Wethouder van Houten spreken, doch
hij zal echter in het kort zijn visie weergeven. De vraag of de be
drijven in het algemeen efficiënt werken, kan door spreker beves
tigend worden beantwoord. Men moet echter een dienst beheren om
dat te kunnen beoordelen. Er zijn weinig of geen instituten, die de
bedrijven op hun efficiëncy kunnen onderzoeken. Zou dat wel mo
gelijk zijn, dan zou zo'n instituut direct worden ingeschakeld. Spre
ker waarschuwt, dat men niet moet menen, dat er instituten zijn,
die dat beter zouden kunnen dan de Directie van de bedrijven.
Daarvoor hebben de bedrijven reeds een historie achter de rug.
Vroeger is dat wel eens geprobeerd. Toen heeft men iemand uit
het groot bedrijf aangetrokken, omdat men van oordeel was, dat
deze de vereiste capaciteiten bezat. Deze persoon miste echter de
eigenschappen, die op administratief gebied nodig zijn. Nodig zou
zijn een man, die zowel accountant als zakenman is, doch deze
combinatie van kwaliteiten is zeldzaam. De Directie van de bedrij
ven is door ervaring in beide richtingen getraind. Spreker heeft de
Raad zijn gedachten zoals hij ze over een efficiëncy-onderzoek
heeft weergegeven. Dat wil natuurlijk niet zeggen, dat Burge
meester en Wethouders voornemens zijn elk idee over een derge
lijk onderzoek terzijde te leggen. Hierover zal evenwel straks Wet
houder van Houten spreken. De heer Veldkamp heeft gesproken
over de zuinigheid, die de wijsheid kan bedriegen. Er zijn veel
goede spreekwoorden, waarin ook veel verkeerds ligt. Het komt
voor, dat op een bepaald streven in verband met de zuinigheid een