17 JANUARI 1952
51
domper wordt gezet. Het ligt zeker niet in de bedoeling van Bur
gemeester en Wethouders alleen maar de zuinigheid te betrachten.
Aan de andere kant moet het College terdege de waarde van het
geld erkennen.
De heer Veldkamp heeft ook opgemerkt, dat de samenwerking
tussen de bedrijven te wensen overlaat. Deze acht centrale planning
wenselijk. Dat de samenwerking te wensen overlaat, kan spreker
niet onderschrijven. Centrale planning is niettemin wel wenselijk.
In het verleden was er redent tot het maken van aanmerkingen over
de samenwerking. Er zijn toen diverse aanmerkingen gemaakt, die
meer dan een grond van waarheid bevatten. Thans is deze samen
werking belangrijk verbeterd behoudens een enkel incidenteel geval.
Betreffende de centralisatie van het vervoer staat het College
aan de zijde van de Raad. Ook het College is van oordeel, dat deze
centralisatie niet alleen wenselijk is maar ook geëffectueerd dient
te worden. Het is echter ook gewenst deze maatregel niet hals
over kop te nemen. Als voorbeeld haalt spreker hierbij aan, dat er
thans geen gelegenheid aanwezig is voor berging van de tractie in
een centrale vervoerplaats. Men kan hierop antwoorden, dat het
dan toch nog wel aanbeveling verdient het vervoer zelf centraal te
regelen. Een dergelijke regeling is administratief zeker mogelijk,
maar zal practische moeilijkheden opleveren, doordat de vervoers
middelen niet vanuit een centraal punt kunnen worden gedirigeerd.
De heer Veldkamp heeft voorts gesproken over de bouw van
woningen voor grote gezinnen. Burgemeester en Wethouders zijn
het er natuurlijk mee eens, dat de nodige woningen voor grote ge
zinnen aanwezig moeten zijn. Zonder een blaam te willen werpen
op de Regering, schuilt de moeilijkheid in het feit, dat de gemeente
terzake niet voldoende steun van de Regering ontvangt. Het is
daarom beter voorlopig meer kleine woningen te bouwen en de
grote gezinnen te helpen door opschuiving. Op deze wjjze is dan
toch tegemoetgekomen aan de wenselijkheid om woningen voor
grote gezinnen te bouwen.
Over het centrale rioleringsplan zal Wethouder van Houten ver
moedelijk wel mededelingen doen.
Betreffende de door de heer Jongbloed gehouden algemene be
schouwingen wil spreker het volgende opmerken:
Zonder op de landspolitiek in te gaan, wil spreker opmerken ver
heugd te zijn, dat de heer Jongbloed deze politiek buiten de debat
ten heeft gehouden. Spreker heeft vroeger reeds daartoe de wens
te kennen gegeven. Deze politiek past beter in de Tweede Kamer
dan in de Raad. De heer Jongbloed heeft echter laten doorscheme
ren, dat politieke beschouwingen incidenteel zeer wel mogelijk zijn.
Spreker hoopt echter, dat ze ook in de toekomst zullen worden
vermeden. De Raad heeft reeds voldoende in het behartigen dei-
gemeentebelangen, zodat het gewenst is de landspolitiek buiten te
sluiten.
Spreker meent, dat het niet op zjjn weg ligt terug te komen op
hetgeen door de heer Jongbloed aan het adres van de heer Veld
kamp over zijn persoon is gezegd. Indien de heer Veldkamp dat
wenst, dan kan deze zelf daarop nog terugkomen. Hij heeft de
verhouding tussen de fractie van de Partij v. d. Arbeid en zijn
persoon nooit ernstig in gevaar gezien. Spreker wil gaarne aan
nemen, dat er geen controverse bestaat. Van de zijde van de K.V.P.
bestond de indruk, dat zulks wel mogelijk was. Het kan zijn, dat de
oorzaak gezocht dient te worden in de kwestie betreffende de Jan
Ligthartschool. Spreker begrijpt dat echter niet. Indien de heer