522
17 DECEMBER 1952
tracht om door een aantal op zichzelf staande voorstellen, zoals
progressieve kinderbijslag, positieverbetering van de middengroe
pen en daarnaast ook nog belastingverlaging poogt om verloren
terrein terug te winnen. Het is haar goed recht, maar het zou
een klein kunstje zijn om onzerzijds nog hogerop te bieden. Wij
zullen deze tactiek niet volgen maar de realiteit voor ogen hou
den. Binnen de grenzen van die realiteit zijn wij bereid om, ook
in overleg en samenwerking met andere partijen, mede te werken
aan opheffing van achterstanden bij bepaalde bevolkingsgroepen.
De waarde van het gezin, onverschillig of dit groot of klein is,
voor onze samenleving, daarvan zijn ook wij ons ten volle bewust,
maar wij hebben er geen behoefte aan om de bevolkingsgroepen
tegenover elkaar te stellen en daardoor de klassenstrijd nieuw le
ven in te blazen. Ons streven blijft gericht op een harmonisch ge
heel en op een samenleving waarin ook voor het grote gezin en
ook voor de middengroepen, maar niet minder ook voor de groep,
die door de limietering van haar geldelijk inkomen, zoals gepen-
sionneerden, ouden van dagen e.d. in de eerste plaats er belang
bij hebben dat de reëele koopkracht van de gulden haar waarde
blijft behouden. Deze gulden is, dank zij de veel gesmade Piet
Lieftinck en ik erken het gaarne, mede dank zij ook Prof. van de
Brink, onder het vorig ministerie weer wat men noemt „hard"
geworden. Dit noodzaakt en ik hoop dat ook de raad daarvan
doordrongen is, tot een voorzichtig financieel beleid. De moge
lijkheden om door een complex van maatregelen tot een beter har
monisch geheel te komen zijn aangegeven in het plan „De Weg
naar Vrijheid" van de Partij van de Arbeid. Zonder dat nog dit
programma als basis zou moeten worden aanvaard zie ik voor
zover hierin van overheidswege leiding moet worden gegeven
een mogelijkheid om door samenwerking van verschillende politieke
partijen en ik denk hierbij altijd nog in de eerste plaats aan een
samenwerking van P.v.a.A. en K.V.P. verschillende verbeteringen
in ons maatschappelijk bestel te bereiken. Daarom betreur ik het
dat van K.V.P.-zijde die samenwerking blijkbaar niet op prijs wordt
gesteld maar dat zij uit propagandistisch oogpunt ik kan er
heus geen ander woord voor vinden een aantal incidentele rap
porten en voorstellen aan het publiek prijs geeft waarvan ik de
belangrijkheid op zich zelf niet wil ontkennen, maar waarvan de
verwezenlijking toch alleen maar mogelijk is in samenwerking met
anderen. En wanneer dan van dezelfde zijde ook nog wordt
gezegd dat belastingverlaging mogelijk is, dan is de realiteit zoek.
Men doorkruist met dergelijke incidentele voorstellen de ook
met medewerking van de K.V.P. gevoerde loon- en prijspolitiek
en het ook door de K.V.P. op prijs gestelde georganiseerd over
leg en maakt het ook zijn eigen ministers moeilijk. Men lette
slechts op het rumoer in leraarskringen, nu de Kamerfractie zich
bewust van haar politieke verantwoordelijkheid, niet aanstonds
in de bres is gesprongen.
De voor ons liggende begroting met als sluitpost een bedrag
van meer dan 8 ton als bijzondere rijksuitkering om het tekort
te dekken en de nog talrijke, ook bij ons levende onvervulde wen
sen, mogen illustreren dat vergroting van de uitgaven en tegelijker
tijd belastingverlaging is en blijft een bij voorbaat mislukte po
ging om het onverzoenlijke toch te verzoenen, zoals de eerstdaags
uit ons politiek firmament verdwijnende Sterredacteur van De
Volkskrant met negatief succes heeft beproefd.
Mijnheer de Voorzitter ik dank U.