17 DECEMBER 1952
537
Met betrekking tot de vraag hoeveel mensen, die op de burger
zinlening hebben ingeschreven, een woning hebben gekregen, kan
spreker direct geen juiste cijfers verstrekken; naar zijn mening
zijn het er in verhouding echter niet zo veel.
Ten aanzien van het efficiency-onderzoek deelt spreker mede,
dat hij, zoals de zaken nu staan, er niet veel vertrouwen in heeft.
Door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zijn twee pro
grammeringscommissies ingesteld, één voor personeelsbeleid en
één voor het sociaal economische gedeelte. Deze commissies zullen
een rapport uitbrengen, welk rapport aan de betrokken gemeen
ten zal worden voorgelegd, waarna kan worden besloten of tot
deelname zal worden overgegaan. Spreker zegt zelf ook in een
van bedoelde commissies zitting te hebben en 10 a 12 vergaderin
gen hieromtrent te hebben medegemaakt. Het probleem is inge
wikkeld en men zal grote moeite hebben om eruit te komen.
Wethouder ROMSOM dankt de raad voor de woorden van waar
dering aan het college van burgemeester en wethouders gericht.
In de algemene beschouwingen is er gesproken over de krot
woningen. Burgemeester en Wethouders stellen zich voor de 232
krotwoningen systematisch op te ruimen, hetgeen ongeveer 7 jaar
zal duren. Het gemeentebestuur dient in deze voor te gaan. De
mensen moeten er uitgehaald worden en de woningen eventueel
afgebroken worden, tenzij verbetering nog mogelijk is. De be
trokken gezinnen, ook de zogenaamde a-socialen, moeten door op
schuiving geholpen worden.
De gezinnen bestaande uit man, vrouw en 2 kinderen komen
nog niet Voor een nieuwe woning in aanmerking. Deze mensen
hebben de meeste moeite om aan een woning te komen. Wij moe
ten gaan omschakelen en ook voor jonge en groeiende gezinnen
met kleine kinderen woningen gaan bouwen.
Ten aanzien van de door de heer Toxopeus gemaakte opmerking
inzake de vordering van badkamers bij inwoning deelt spreker
mede, dat deze materie de aandacht van Burgemeester en Wet
houders heeft. Bij inwoning wordt getracht zoveel mogelijk de
badkamer intact te laten. Soms moet er noodgedwongen wel eens
toe worden overgegaan, hoe pijnlijk het voor betrokkene ook is de
badkamer te moeten missen.
Dat het mogelijk is dat twee mensen in een royaal huis wonen
komt omdat die mensen een nieuwe woning in de vrije sector
hebben gekocht en ter beschikking van het woningnoodbureau
hebben gesteld.
De meeste mensen weten dat niet en ergeren zich eraan, zodat
meer voorlichting ter zake wel nodig is. Ook bij het willen be
trekken van een woning die men heeft gekocht, doen zich vaak
moeilijkheden voor. Men koopt zonder meer een huis en achteraf
blijkt dat men het niet mag betrekken, omdat het voor het be
trokken gezin te groot is. Spreker zegt toe er voor zorg1 te zullen
dragen dat het woningnoodbureau in de pers meer voorlichting
omtrent deze materie zal geven.
De heer STUEENROUCH zegt dat hij met de woorden van de
voorzitter inzake de verhouding raadburgemeester en wethou
ders is ingenomen. Eveneens met de woorden over het decorum
van de raad. Spreker vraagt of het, ter verhoging van het deco
rum, geen aanbeveling verdient dat de raadsleden gaan staan bij
langere betogen.
Met betrekking tot de financiële verhouding deelt spreker mede,