17 JANUARI 1952 53 stad zullen worden gehouden, zal zoveel mogelijk de Raad in zjjn geheel worden betrokken. Het desbetreffende raadslid kan zich over het voorval verstoord gevoelen, doch hierbij dient echter te worden opgemerkt, dat het zeer wel mogelijk is, dat een raadslid zich bevindt op een plaats, waar het niet behoort te staan. Ook de Burgemeester heeft reeds gezegd, dat de regeling wel eens in handen kan zijn van de Mili taire Overheid. Indien de Militaire Overheid van oordeel is, dat een bepaalde gedragslijn gevolgd moet worden, dan dient daartegen geen bezwaar gemaakt te worden. Het is dus zeer goed mogelijk, dat het desbetreffende raadslid zijn plaats niet heeft gekend. Betreffende de a.s. feesten is de vraag gesteld of de gemeente er wel goed aan doet de burgers te laten feesten en in het garan tiefonds deel te laten nemen. Men kan hierover verschillend oor delen en in het algemeen zal men hiertegen geen bezwaar hebben. Dat bepaalde personen zijn gevraagd in het garantiefonds deel te nemen, moet men niet te ex-nstig opnemen. Deze personen geven de x-ente van de kapitalen, die ze tengevolge van de feesten zullen ontvangen. Er is gevraagd: „Moeten we thans wel feesten, daar de omstandigheden een minder gunstig beeld bieden?" Men kan het daarover eens zijn, dat inderdaad de omstandigheden een minder gunstig beeld bieden, maar het feest valt nu eenmaal in 1952. Een dei-gelijk feest laat zich bovenden moeilijk verschuiven. Ook de jaren 1953 en 1954 kunnen moeilijk zo niet moeilijker zjjn. Daarbij komt nog de mogelijkheid, dat uitstel afstel betekent. De bescheidenheid, die door de heer Minderhoud bjj het houden van diens algemene beschouwingen aan de dag is gelegd, wordt zowel door de Raad als door het College gewaardeerd als levens stijl. Deze heer heeft gesproken over het plaveisel van straten en wegen. Ook Burgemeester en Wethouders zijn voor verbetering. Zo vragen de Wilhelminastraat en de Nieuwe Ginnekenstraat dringend herstel. Maar herbestrating eist een zo grote som, dat uitstel totdat de kas deze aderlating toelaat noodzakelijk is. Opgemerk is, dat verhoging van rechten en huren bezwarend is. Bij een algemene prijsstijging kan de gemeente niet achterblijven. Ook de gemeente voert een liuishouding. Tegeixover de inkomsten staan uitgaven. De zorg van de woningbouw berust bij de Regering. De Regering doet in deze wat mogelijk is. Spreker heeft onlangs een lezing be luisterd van Minister In 't Veld. Er worden thans zoveel mogelijk woningen gebouwd. Zouden er meer dan 55000 woningen gebouwd mogen worden, dan bestaat de kans, dat: 1. de materiaalvoorziening vastloopt; 2. er een tekort aan vakarbeiders ontstaat; 3. de financiële middelen ontbreken. Spreker is bang, dat het voor Breda beschikbaar gestelde bouw volume wegens gebrek aan financiën niet geheel gerealiseerd zal kunnen worden. De heer Minderhoud vroeg voor zijn fractie voorlichting middels aanwezigheid in Commissies. Spreker wil gaarne bezien of uitbrei ding van het ledental der Commissies mogelijk is om deze moeilijk heid te ondervangen. De heer Toxopeus heeft medegedeeld reeds in voldoende Com missies zitting te hebben. Er moet evenwel voor gewaakt worden, dat het ledental der Commissies te groot wordt, daar anders het gevaar van stroefheid dreigt. De heer Toxopeus heeft opgemerkt, dat er moeilijkheden kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 53