18 December 1952 te 15.00 uur Vervolg van de behandeling der begroting 1953 Tegenwoordig: Mevr. E. M. SLOT-PLATTEL, Mej. J. P. KOP PELAAR, en de Heren: G. J. BRAAKHUIS, A. C. A. BREKEL- MANS, J. D. F. BRINKERHOF, J. M. VAN BIJNEN, H. J. C. COSIJN, C. VAN DEN EEDEN, Dr. L. VAN EGERAAT, A. J. J. VAN GILS, H. J. VAN HOUTEN, A. JONGBLOED, J. VAN KAM PEN, J. J. KAMPHUIJS, L. J. F. KOERTSHUIS, D. J. A. KRA MERS, J. A. MEIJS, G. MINDERHOUD, F. H. M. MOL, J. J. MOL, F. P. VAN DE NOORT, A. J. A. RATTINK, A. P. ROMSOM, Drs. G. C. STUBENROUCH, C. A. H. VAN SWOL, Mr. E. H. TOXOPEUS, Drs. O. G. E. M. VERHAAK, J. F. V. VERMEULEN, J. VERSCHU REN, A. J. WEZENBEEK. Afwezig: de Heren Mr. B. W. M. DRION, N. W. C. VAN GIS BERGEN, A. VAN HAPEREN, Mr. J. P. HUSTINX, C. PEETERS en C. A. M. DE ROOS. Voorzitter: de Heer Mr. Dr. C. N. M. KORTMANN. Secretaris: de Heer Mr. PH. I. E. VAN WOENSEL. De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit, waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8a van het Reglement van orde voor de vergaderingen van de gemeenteraad. Bericht van verhindering is binnengekomen van Wethouder A. VAN HAPEREN. De VOORZITTER stelt aan de orde de begroting van het Elec- triciteitsbedrijf. De heer VAN SWOL betoogt, dat het met de dienstcommissies, die thans medezeggenschapscommissies heten, niet marcheert zo als het wenselijk is. Hij had gedacht, dat de kinderziekten thans voorbij waren, doch is tot de ontdekking gekomen, dat de kwalen, waaraan de commissies lijden, erger zijn geworden. Het is niet juist wanneer men in bepaalde bedrijven meent, dat de dienstcommissies moeten werken en bijeenkomen, wanneer dat de leiding van het bedrijf behaagt. De dienstcommissies zijn geboren uit een complex van sociale maatregelen. Het gaat niet aan deze commissies te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 541