542
18 DECEMBER 1952
verhinderen naar behoren te werken. Spreker weet niet of de wet
houders met de dienstcommissies enige bemoeiing hebben; wanneer
dit niet zo is, dan dient de wethouder van Sociale Zaken zijn volle
aandacht hieraan te besteden. Het dient zo te zijn, dat de leden
van de dienstcommissies in de vergaderingen dier commissies dur
ven zeggen, wat hun op het hart ligt. Rancunemaatregelen, om
iets wat in de vergadering is gezegd, zijn uit den boze.
Wat de aanstelling van personeel betreft, zegt spreker, dat in
de dienstvoorwaarden een bepaling is opgenomen, dat men na een
jaar losse dienst in vaste dienst moet worden benoemd. Spreker
heeft van de personen, op wie deze bepaling niet is toegepast, een
lijst gevraagd, doch niet verkregen. Wellicht gaat de aanstelling
van personeel via de wethouders. Spreker vestigt er de aandacht
op, dat, wanneer men onder bepaalde voorwaarden mensen aan
trekt, deze voorwaarden moeten worden nagekomen. Het losse per
soneel, dient dus na een jaar een vaste aanstelling te krijgen. Ook
hier ligt een taak voor de Wethouder van Sociale Zaken, indien
de wethouder van de bedrijven door omstandigheden niet in staat
is deze taak te behartigen. De mensen mogen in ieder geval niet
aan het lijntje worden gehouden. Met betrekking tot de rijwiel
toelage zegt spreker, dat dit drama nu al 2]/2 jaar speelt. Deze
toelage is een simpele kwestie, waarover in dienstcommissies niet
behoeft te worden gesproken. De toelagen voor gebruik van auto's
door de bedrijfsdirecteuren waren in een vloek en een zucht voor
elkaar; waarom kan zulks ook niet met de rijwieltoelage van het
lager personeel? Spreker weet niet of het reglement op de toe
kenning van rijwieltoelagen nog in de Raad komt. Zo dit het geval
is zou spreker graag nog wat opmerkingen maken. De bepaling
van de grootte der toelagen zag hij liefst op hoog niveau be
handeld.
De bevorderingen geschieden, zoals spreker vermoedt, door Bur
gemeester en Wethouders, de hoofden van dienst gehoord. De
laatsten gaan natuurlijk weer af op de mededelingen van hun op
zichters. Spreker vindt dit een gevaarlijke tactiek. De ene arbeider
schijnt erg actief te zijn, doch is dat niet. De ander heeft toevallig
zijn gezicht mee en staat daarom in een goed blaadje.
Tenslotte vraagt spreker nog wat meer differentiatie in de ran
gen der vaklieden. Als voorbeeld noemt hij de instelling van de
rang van huurophaler le klas.
De heer RATTINK zegt, dat er inderdaad nog een dienstcom
missie is, die nog stroef werkt. Dit heeft echter de volle aandacht
van de betrokken wethouder. Spreker neemt aan dat dit in orde
komt.
De heer VAN BIJNEN zegt dan het volgende:
Uit het antwoord van Burgemeester en Wethouders op de vraag
of het vermoeden juist is, dat de ontvangsten voorzichtig laag en
de uitgaven hoog zijn geraamd, gezien de ramingen van sommige
bedrijven, moet de conclusie getrokken worden, dat dit vermoeden
onjuist is, gezien het voornemen om de ramingen voor bedoelde
bedrijven te wijzigen wanneer ze aan Burgemeester en Wethouders
bekend zouden zijn.
Ten aanzien van het Electriciteitsbedrijf en het Gasbedrijf zij
meegedeeld, dat naar onze mening onvoldoende is rekening ge
houden met de uitbreiding van het aantal verbruikers, terwijl teveel