18 DECEMBER 1952
545
dan 40 jaren, 18 jonger dan 40 jaren. Hiervan zijn in dienst ge
treden: in 1941: 1; in 1942: 5; in 1944: 1; in 1945: 5; in 1946: 10;
in 1947: 11; in 1948: 4; in 1949: 3; in 1952: 6.
Spreker heeft deze kwestie reeds besproken met Wethouder Van
Houten en zegt de Raad toe in deze ongezonde toestand verbetering
te brengen.
Wat de rijwieltoelage betreft zegt spreker, dat hiervoor pas een
nieuwe regeling in werking- in getreden. Deze regeling is thans
zo, dat behalve toelagen van 60,en 45,ook een toelage
van 15,en 30,kan worden gegeven. De rijwieltoelagen zijn
in de medezeggenschapscommissies besproken; waar deze nog niet
werkte heeft spreker aangedrongen op behandeling in de vroegere
dienstcommissies, opdat er toch in ieder geval schot in de zaak zou
komen. Burgemeester en Wethouders wensen deze kwestie thans
als afgedaan te beschouwen.
Spreker acht het logisch, dat bij bevordering van personeel de
onmiddellijke chef van betrokkene inlichtingen geeft; dit zijn voor
secretariepersoneel de afdelingschefs; voor de afd.-chefs de secre
taris en bij personeel van diensten en bedrijven de hoofden daar
van. De voorgestelde bevorderingen worden besproken in een com
missie, waarvan de secretaris, de chef Vie bureau der secretarie
en spreker deel uitmaken. Zo nodig wordt nader advies gevraagd
van hoofden van diensten. Het werk der commissie geschiedt zeer
secuur. Wanneer iemand meent onrechtvaardig behandeld te zijn
kan hij zich wenden tot zijn chef, de chef van het Vie bureau der
secretarie of tot spreker. De kwesties worden openhartig besproken
en in vrijwel alle gevallen wordt klager er van overtuigd, dat hij
niet onrechtvaardig is behandeld.
Wethouder VAN HOUTEN betoogt, dat de vraag van de heer
Vermeulen moeilijk te beantwoorden is. De ervaring heeft geleerd,
dat tarieven en afzetbedragen nog nooit goed geraamd zijn gewor
den. In de 25 jaar, dat spreker in de Raad zit, zijn deze cijfers er
altijd naast geweest. Daarom ook kan spreker de vraag van de
heer Van Bijnen, welke inhoudt of Burgemeester en Wethouders
niet te zuinig geraamd hebben, niet positief beantwoorden. Wel is
het zo, dat de inkoopsprijs thans belangrijk hoger ligt. In verband
daarmede loopt het kleinverbruik terug en is ook de afzet van de
grootverbruikers lager geraamd. Spreker geeft toe, dat deze raming
er naast kan zijn, doch wil in het midden laten of voorzichtig ramen
juist of onjuist is.
De heer VERMEULEN zegt, dat hij persoonlijk het gevoel heeft,
dat de raming erg voorzichtig is. Spreker legt er de nadruk op,
dat, indien in de loop van het jaar blijkt, dat de inkomsten hoger
zijn, deze niet mogen worden gebruikt voor uitgaven, die nog niet
zijn geraamd.
Wethouder VAN HOUTEN antwoordt, dat het gewoonte is, indien
een bedrijf betere resultaten heeft, de cijfers aan de Raad worden
voorgelegd.
De heer VERMEULEN verklaart zich hiermede gaarne accoord.
De heer BRINKERHOF vindt het vreselijk, dat er bij Openbare
Werken 46 mensen op arbeidscontract werkzaam zijn. Deze mensen
kunnen blijkbaar niet gemist worden en dienen dus evenals anderen