546 18 DECEMBER 1952 voor een vaste aanstelling in aanmerking te kunnen komen. Spre ker vraagt, wanneer iemand te oud is voor een vaste aanstelling. Wethouder ROMSOM antwoordt, dat deze leeftijd 40 jaar be draagt. De VOORZITTER merkt op, dat Burgemeester en Wethouders van deze bepaling kunnen afwijken. De heer BRINKERHOP vestigt de aandacht van Burgemeester en Wethouders op het interimrapport van de commissie Van Poelje, waarin wordt betoogd, dat het wenselijk is, dat ieder die 2 jaar in dienst der overheid is, automatisch pensioengerechtigd wordt, zo dat B. en W. hierover geen zorgen behoeven te hebben. Hij hoopt, dat alle 46 mensen een vaste aanstelling zullen krijgen. De heer VAN BIJNEN meent, dat Wethouder Van Houten hem eigenlijk gelijk gegeven heeft. De bedoeling van spreker is, dat men ook bij de begroting zo weinig mogelijk /tegen^-he^-Rijk moet aan- 1 ItHIUCllj De heer VAN SWOL heeft met genoegen naar Wethouder Rom- som geluisterd. De medezeggenschapscommissie bij Openbare Wer ken heeft stroef gelopen. Blijkbaar moet de juiste geest hier nog doordringen. Wat Wethouder Romsom heeft voorgelezen over de commissies moest eigenlijk worden aangeplakt. Het doet spreker goed, dat mensen, die al 12 jaar meelopen, nu ook een vaste aan stelling zullen krijgen. Spreker vraagt of de Raad het reglement op de toekenning van rijwieltoelage nog te zien krijgt. Wanneer gaat die rijwieltoelage in? Spreker heeft gehoord, dat dit in September 1952 is. Buiten de schuld van betrokkenen hangt deze kwestie nu al twee jaar. Naar zijn mening moet de toelage ingaan op het tijdstip, dat de kwestie bij normale gang van zaken, zou zijn opgelost. Wethouder ROMSOM antwoordt, dat het niet mogelijk zal zijn alle losse arbeiders bij Openbare Werken een vaste aanstelling te geven. Er zal in ieder geval rekening worden gehouden met de belangen van deze mensen. Er zijn er uiteraard bij, wier dienst verband van zodanig tijdelijke aard is, dat aanstelling in vaste dienst niet mogelijk is. Hierna wordt de begroting voor het electriciteitsbedrijf ongewijzigd vastgesteld. De VOORZITTER stelt daarna aan de orde de begroting van het grondbedrijf. Nadat is gebleken, dat geen der leden hierover het woord wenst te voeren, wordt deze begroting vast gesteld. De VOORZITTER stelt aan de orde de begroting van het Gas- bedrijf. De heer VAN SWOL vraagt of er nog iets gedaan wordt aan de regeling voor het verstrekken van dienstkleding. Spreker heeft ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 546