548
18 DECEMBER 1952
De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde de begroting van
het Waterleidingbedrijf.
De heer VAN GILS vraagt of het College van Burgemeester en
Wethouders bereid is thans mededelingen te doen over de overname
van een gedeelte van het concessiegebied der N.V. Noord-West-
Brabantse Waterleiding Mij. door de gemeente.
De VOORZITTER antwoordt, dat de besprekingen nog gaande
zijn en dat hem daarom zulks niet wenselijk voorkomt.
De heer VAN SWOL vestigt er de aandacht op, dat de prijs, die
de gemeente rekent voor de watersuppletie aan de N.V. Noord-
West-Brabantse Waterleiding Mij. belangrijk lager is, dan de prijs,
die deze N.V. aan ingezetenen van Breda in rekening brengt. De
gemeente suppleert, omdat de N.V. niet volledig aan haar ver
plichtingen kan voldoen. Dan moet ook voor Bredanaars geen hogere
prijs berekend worden.
Wethouder VAN HOUTEN antwoordt, dat suppleren slechts op
bepaalde tijden geschiedt (b.v. des zomers). Overigens is hij van
mening, dat het in verband met besprekingen op ander terrein met
de N.V., beter is hierover thans niet te praten.
De VOORZITTER zegt, dat hij van gelijke mening is als wet
houder Van Houten.
De heer VERMEULEN komt terug op zijn vraag in het Centraal
Rapport, die naar zijn mening door het College van Burgemeester
en Wethouders niet voldoende is beantwoord. Het verschil tussen
het voor 1952 geraamde bedrag ad 40.000.000,en het voor 1953
geraamde bedrag ad 70.000.000,wordt slechts ten dele ver
klaard door 10.000.000,Waar blijven de overige 20.000.000,
Wethouder MEIJS antwoordt, dat hij deze vraag zo niet kan be
antwoorden.
Het komt wel meer voor, dat bij het Centraal Rapport vragen
worden gesteld, die niet voldoende duidelijk zijn.
De heer VERMEULEN blijft van mening, dat zijn vraag vol
doende duidelijk was. Hij verzoekt de Wethouder deze zaak nog eens
te onderzoeken.
Wethouder MEIJS zegt dit gaarne toe.
Hierna wordt de begroting voor het Waterleidingbedrijf
met algemene stemmen aangenomen.
De VOORZITTER stelt aan de orde de begroting voor de ge
meentelijke Crediet- en Voorschotbank, alsmede punt 55 der agenda
voor de vergadering d.d. 17 December 1952, zijnde het voorstel van
Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de beheersverorde-
ning voor de gemeentelijke Crediet- en Voorschotbank.
De heer VERMEULEN zegt het volgende:
Uitgaande van de gedachtengang zoals deze is neergelegd in