18 DECEMBER 1952 553 het is er voor de gemeenschap en daarom is het tarief zo laag mogelijk gehouden. Dit is de reden geweest dat ongeveer 2 jaar geleden jaar de tarieven nog verlaagd zijn. Er zijn inderdaad voordelen om oor- bepaalde credietmoeilijkheden bij de consumenten te overbruggen, op De mensen leren sparen, doordat zij wekelijks of maandelijks een in- bedrag moeten afzonderen. Dit is helaas wel sparen achteraf, Zij doch het komt voor, dat hieruit sparen voor de toekomst voort ten vloeit. ling Wat de marge in de verkoopsprijs betreft, is spreker van mening, het dat de heer Vermeulen door zijn betoog de middenstanders tegen dan zich in het harnas heeft gejaagd. De middenstand zal heus niet izet. een bepaalde marge nemen. ster De heer VERMEULEN zegt, dat in de verkoopsprijs administra tiekosten zijn begrepen. ge sten Wethouder MEIJS antwoordt, dat zulks geen voordeel voor de >ger Middenstand is. Kan deze beter rechtstreeks verkopen dan via het /olg financieringsinstituut? Neen, doch het risico is beperkt. De Cre- de diet- en Voorschotbank loopt geen risico voor credieten van het nog financieringsinstituut. Het risico-element voor deze bank wordt eer- beperkt, doordat alleen voorschotten worden gegeven aan de men sen die hun verplichting kunnen nakomen en op de tweede plaats ent door de zekerheid, die gevraagd wordt van derden. Men behoeft rjng voor onderbezetting van het personeel der bank niet bevreesd tc 'wel zijn. Het personeel is thans overmatig zwaar belast. Bovendien )r(jt zijn er een aantal tijdelijke krachten, die kunnen worden opgezegd, ge_ als de werkzaamheden minder worden. "dig een De heer KRAMERS zegt, dat hij zich heeft verwonderd over de ,r(jt drukte die de heer Vermeulen heeft gemaakt over het financierings wet instituut. Er bestaat tussen dit instituut en de bank een overeen- t,e_ komst, welke van beide zijden wordt nageleefd. De kostenfactor de van de Middenstand komt niet ter sprake. De gemeente loopt geen ijke risico door de werkzaamheden ten behoeve van het instituut, bo- unt vendien ontvangt zij van het instituut voor iedere aanvrage nog stie een bijdrage. tcn Spreker vraagt zich af, wat of het instituut nu met het hele iaj. betoog van de heer Vermeulen heeft te maken. lik- ajs De heer VERMEULEN antwoordt, dat de Crediet- en Voorschot- ,r(jt bank een dienst van de gemeente is, die abnormaal is uitgegroeid, [jen omdat hij credieten verstrekt aan het financieringsinstituut. Er Wie kan een ogenblik komen, dat de samenwerking met dit instituut [en wordt verbroken. Als dit geschiedt, wie betaalt dan de lasten? Beide partijen naar evenredigheid? Deze vraag is niet beantwoord en ■er- het antwoord is ook niet vastgelegd in de overeenkomst met het je instituut. uit Het sparen blijkt dus toch sparen achteraf te zijn, maar dan is ierli het credietverlening zonder meer. fan Spreker wil zich niet bemoeien met het financieringsinstituut, ing Indien de overheid de verdelende rechtvaardigheid wil toepassen, Hes dan moet de samenwerking van beide zijden worden bekeken. Is de oor kostenverdeling nu wel rechtvaardig? In de middenstandsprijs zijn, liet naar sprekers mening, administratiekosten begrepen, maar een /en groot deel van deze kosten is voor de rekening van de gemeente, rijf Moest het instituut terechtkomen bij een andere bank, dan zouden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 553