18 DECEMBER 1952
559
de Raad geen afdoende verklaring wordt gegeven.
Zo zijn er meer zaken die zacht gezegd hinderlijk zijn.
Waarom bijv. wordt er door de daarvoor aangewezen dienst niet
gezorgd dat ontsierende reclame en aanplakbiljetten zo vlug mo
gelijk worden opgeruimd? Zo kan men her en der in de stad op
muren en schuttingen nog de verkiezingsaffiches zien, niet alleen
van de laatste verkiezing, maar ook nog van vorige verkiezingen.
En waarom was het nodig ons nog jarenlang na de bevrijding te
doen ergeren aan de uitspattingen van landverraders, die op in het
oog vallende plaatsen in de stad hakenkruizen hadden gekalkt met
de ergerlijke opwekking „Nederland aan Hitier".
Dat men zelf wel voelde ten aanzien van een en ander in gebreke
te zijn, is gebleken bij het bezoek van de Koningin, toen toch voelde
men zich gedrongen met de nodige zorg de gevels van enkele pan
den aan de Baronielaan te ontdoen van alle ongerechtigheden, die
er in de laatste jaren op geplakt waren.
Bij de behandeling van het voorstel om het aanplakrecht aan de
N.V. Publex te verhuren, werd mij op een ter zake gestelde vraag
geantwoord, dat deze de niet verpachte plaatsen moet schoon
houden. Ik betwijfel echter of in deze conditie het gesignaleerde
euvel begrepen moet worden. Ik ben veel meer geneigd aan te
nemen, dat het niet verwijderen van deze verweerde en ontsierende
reclames zijn oorzaak vindt in rivaliteit van twee gemeentelijke
diensten, waaraan slechts door een uitdrukkelijke opdracht van de
betrokken wethouder dan wel door het College van Burgemeester
en Wethouders een einde is te maken.
Het streven moet dus zijn de stad zo aantrekkelijk mogelijk te
maken. Met ere mag hierbij genoemd worden de dienst voor de
beplantingen, die op alleszins lofwaardige wijze hieraan alle zorg
besteedt en hierin dan ook op uitstekende wijze slaagt. Evenwel
moeten ook de andere diensten hieraan elk op hun wijze daaraan
meewerken.
Wethouder VAN HOUTEN antwoordt, dat hij gaarne van de
gevallen, die de heer Braakhuis op het oog heeft, op de hoogte wordt
gebracht. Niet de dienst van Openbare Werken, doch het Gemeen
telijk Vervoerbedrijf verzorgt de verwijdering van ontsierende
reclame.
Nadat de begroting van de dienst van Openbare Werken zonder
hoofdelijke stemming is aangenomen, schort de VOORZITTER deze
vergadering. --
BROESE BREDA