568
18 DECEMBER 1952
het badhuis als een instelling voor de volksgezondheid en ook
de minder draagkrachtigen moeten in de gelegenheid gesteld wor
den een bad te nemen. Hij geeft het College in overweging de
prijzen van het Openbaar Badhuis te verlagen.
De heer VAN DEN EEDEN zegt, dat in het Centraal Rapport
bij volgnummer 196 is gevraagd welke resultaten Burgemeester
en Wethouders hebben bereikt in het overleg met de Directie van
de zweminrichting „Het Ei" om de kinderen tegen een lagere entree
prijs toegang te geven. Het antwoord op deze vraag zegt, dat Uw
College niet bekend is, dat er overleg gepleegd zou zijn. Spreker
brengt de behandeling van de begroting 1952 in herinnering, waarbij
de Voorzitter de toezegging heeft gedaan, dat het College de zaak
zou bekijken.
Bovendien luidt het antwoord op het Centraal Rapport dat de
volksbadplaats aan redelijk te stellen eisen voldoet.
Spreker noemt dit antwoord onjuist en is van mening, dat de
toestand van de volksbadplaats slecht is. Hij geeft het College van
Burgemeester en Wethouders in overweging met de directie van
de zweminrichting „Het Ei" onderhandelingen te openen teneinde
voor kinderen een sterk gereduceerde entree-prijs te verkrijgen en
het voor onderhoud van de volksbadplaats op de begroting uit
getrokken bedrag voor deze reductie te bestemmen.
Wethouder VAN HAPEREN antwoordt, dat in het algemeen is
gevraagd naar meer en goedkopere gelegenheden tot baden. Hij is
van mening, dat het College van Burgemeester en Wethouders deze
zaak nog eens nauwkeurig moet bezien. De suggesties, gedaan door
de heer Van den Eeden zullen nader worden overwogen en zeer
serieus worden bekeken. Waar de verbandtrommels zich bevinden
zal aan de E.H.B.O. worden medegedeeld.
De VOORZITTER zegt, dat de consequenties van al het ge
vraagde zo vérstrekkend zijn, dat het moeilijk is reeds thans een
voldoende antwoord te geven. Hij geeft de verzekering, dat de
zaak zeer nauwkeurig zal worden bekeken door het College.
De heer WEZENBEEK geeft in overweging contact op te nemen
met de directie van de Herofabrieken in verband met een eventuele
vestiging van een badhuis bij die fabriek.
Hierna wordt hoofdstuk IV van de begroting aange
nomen.
De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde Hoofdstuk V van
de begroting.
De heer KOERTSHUIS dankt het college van Burgemeester en
Wethouders voor alles wat is gedaan op het gebied van de woning
bouw. Ook brengt spreker dank aan de dienst van Openbare Werken
en de afdeling Financiën ter gemeente-secretarie voor de gedane
werkzaamheden. Naast deze woorden van lof heeft hij echter ook
nog enige woorden van critiek. In het afgelopen jaar is de ge
meente enige uitbreidingsplannen o.a. Boeimeer, Brabantpark rijker
geworden. Deze plannen komen echter vrij plotseling op tafel en
bij de gemeenteraad wordt dan op een zeer spoedige beslissing aan
gedrongen. Spreker vraagt of het niet mogelijk is deze plannen