570
18 DECEMBER 1952
Toch kan ik mij met deze plannen niet con amore verenigen.
Liever ware het mij, indien Burgemeester en Wethouders bewust
streefden en al haar energie eerst inzetten om particulieren of
bouwverenigingen voor haar plannen te winnen.
Het zal daarbij in sommige gevallen nodig zijn om in enigerlei
vorm b.v. premie of hypotheek onder gemakkelijke voorwaarden
o.a. de aantrekkelijkheid voor de gegadigden te verhogen.
Burgemeester en Wethouders zullen ten aanzien van de parti
culiere initiatieven stimulerend moeten doen optreden waar zulks
maar mogelijk is.
Reeds meerdere gemeenten gaven een voorbeeld. O.a. in een
gemeente in de Baronie van Breda worden woningen gebouwd door
particulieren. Deze woningen kosten 9.980,bouwpremie
3.800,blijft over 6.180,De gemeente geeft 85 hypotheek
tegen 4.5 rente, zodat de bouwer slechts over 927 gulden eigen
geld behoeft te beschikken.
In de gemeente Wieringen bouwt men eengezinswoningen met 6
slaapplaatsen voor 8.000,bouwpremie 3.800,blijft over
4.200,waarover de gemeente een hypotheek verstrekt van
3.500,tegen een rente van 4 terwijl een aflossing wordt
bedongen van 5
Hierdoor wordt bovendien verplicht sparen in de hand gewerkt.
Betreffende de grootte van de woningen zij vermeld, dat deze
zó gedifferentieerd moet zijn, dat zij aangepast zijn aan de be
hoefte van onze bevolking die vooralsnog voor het overgrote deel
het katholiek principe van de gezinsvorming voorstaat.
Er zal grotere aandacht besteed moeten worden aan goedkope
woningen voor grote gezinnen, en ook aan kleinere woningen voor
de kleinste gezinnen en voor jonggehuwden, percentsgewijze ten
koste van de middelgrote woningen waar een gezin met 3 of 4
kinderen in vast loopt.
Betreffende de huisvesting van bejaarden wil ik U nog opmerken
en het zal U wellicht bekend zijn, dat in 1960 10 van onze
bevolking zal bestaan uit ouden van dagen; ook aan de toestand
van deze mensen moet grotere aandacht worden besteed.
Daarom zeg ik het nog eens: meer grotere woningen, verhou
dingsgewijs minder middelmatige woningen, meer kleinere wo
ningen.
De heer BRAAKHUIS zegt:
Mijnheer de Voorzitter,
In grote lijnen kan ik mij aansluiten bij het door de heren Fr.
Mol en Koertshuis betoogde. Ik wil echter met een opmerking
beginnen. De uitbreidingsplannen zijn door de Raad goedgekeurd,
nadat ze in de Bouwcommissie behandeld zijn. De vraag is bij mij
gerezen of inderdaad die plannen voldoende bezien zijn. Door de
bouwwijze, die thans gevolgd wordt, en hierbij denk ik vooral aan
de Engelbertlaan en omgeving, gaan veel hoekjes van bouwterrein
verloren. Dit vind ik in verband met de zeer hoge prijs van de
bouwgrond niet verantwoord.
Met hetgeen de heer Fr. Mol gezegd heeft over de woningen
voor grote gezinnen ben ik het volkomen eens. Ik zou echter de
vraag willen stellen of bij toewijzing van woningen voorrang wordt
verleend aan jonggehuwden, die alleen voor de wet gehuwd zijn.
Ik erken de moeilijkheden, Mijnheer de Voorzitter, welke er be-