18 DECEMBER 1952
573
Hier wordt eigenaren van krotwoningen en van woningen, die
voor verbetering in aanmerking komen een mogelijkheid geboden,
welke zo zeer aanvaardbaar is, dat men deze met beide handen
moet aangrijpen. En voor zover er dan nog financiële onmacht in
het spel mocht zijn, verdient het alleszins overweging dat de Raad
zich bezint over een mogelijkheid om dat soort eigenaren op de
een of andere wijze te helpen.
Met steun van de Raad meen ik, dat hier een taak voor de ge
meente ligt, waaraan Burgemeester en Wethouders een flinke
stimulans kunnen geven door aan Openbare Werken op te dragen
hiertoe geëigende maatregelen te treffen, waardoor belanghebben
den met deze gunstige regeling bekend worden gemaakt. Een twee
ledig doel wordt hiermede bereikt: enerzijds worden slechte wo
ningtoestanden verbeterd en anderzijds wordt werkgelegenheid voor
vakarbeiders geschapen, een factor welke bij de toenemende werk
loosheid niet te verwaarlozen is.
Op het door de heer Fr. Mol naar voren gebrachte vraagstuk
van de huisvesting van bejaarden zou ik dieper willen ingaan. De
woningen die thans gebouwd worden, zijn juist groot genoeg voor
een enkel gezin. Tal van bejaarden, die gaarne bij hun kinderen
zouden gaan inwonen, hebben daartoe geen gelegenheid, met als
gevolg, dat de door hen bewoonde grote woningen niet worden
ontruimd. Ik vraag mij af, Mijnheer de Voorzitter, of aan het vraag
stuk der bejaarden niet meer aandacht moet worden geschonken,
dan thans het geval is. Zo zal in 1955 het inwoneraantal der ge
meente te stellen zijn op 96.500. Aangenomen mag worden dat
8% hiervan of 7720 bejaarden zullen zijn. Een groot aantal van
deze bejaarden zullen aangewezen zijn op inrichtingen voor be
jaarden zoals b.v. Maria Mediatrix, Sint Lucia, Huize de Breedonk,
Huize de Werve, enz. De opname-capaciteit is echter veel te ge
ring. De vraag rijst, Mijnheer de Voorzitter, of het op de weg van
Burgemeester en Wethouders ligt de woningnood in dit opzicht
te benaderen door het uitbreiden van inrichtingen voor bejaarden.
Ik moge hierop de bijzondere aandacht van Burgemeester en Wet
houders vestigen. Hierdoor wordt de last, die reeds rust op de
schouders van Burgemeester en Wethouders in verband met de
woningnood, nog veel zwaarder. In verband hiermede zou ik Uw
College willen adviseren de woningbouwverenigingen bij het stich
ten van woningcomplexen in te schakelen.
Uit het adres van de R.K. Bouwvereniging Sint Laurentius ge
richt aan de Voorzitter van de K.V.P.-fractie, waarvan wij allen
een afschrift hebben ontvangen, blijkt dat er een controverse be
staat tussen Uw College en de bouwvereniging. Het komt mij ge
wenst voor, Mijnheer de Voorzitter, de bouwverenigingen bij de
stichting van woningen in te schakelen. Bovendien zou ik het
college van Burgemeester en Wethouders willen aanbevelen de
particuliere bouwers zoveel mogelijk te helpen, teneinde daardoor
de activiteit te stimuleren.
Tenslotte, Mijnheer de Voorzitter, wil ik hierin ook betrekken
die personen, welke aspiraties hebben hun eigen woning te bou
wen. In de gemeente Rucphen zijn hiermede zeer goede resultaten
bereikt.
Mejuffrouw KOPPELAAR zegt, dat in door haar bij het Woning
noodbureau naar voren gebrachte crepeergevallen steeds door dit
bureau de volle medewerking wordt verleend. Zij dankt hiervoor de
Wethouder van Sociale Zaken en de Directeur van het Woning-