584
18 DECEMBER 1952
de bevoegdheid te stellen, dat er tijd voor beraad moet zijn. Hij
vraagt de conclusie aan te houden.
De heer STUBENROUCH zegt waardering te hebben voor het
standpunt van de Voorzitter en zegt bereid te zijn de motie tot de
volgende dag aan te houden.
Hierna wordt Hoofdstuk V van de begroting aangenomen en
sluit de Voorzitter de vergadering.