586
19 DECEMBER 1952
De heer JONGBLOED zegt dat deze verklaring hem ervan ont
heft in discussie te treden. Hij zal bij het prae-advies van Burge
meester en Wethouders, dat naar aanleiding van het rapport van
de K.V.P.-fractie zal worden uitgebracht, nader op deze aangele
genheid terugkomen. Voor zover er sprake is geweest van een
incident, acht hij dit nu gesloten.
De heer VAN KAMPEN zegt dat het voor zijn fractie geen zin
meer heeft om op de zaak terug te komen.
De heer TOXOPEUS zal er ook geen woord meer over zeggen.
Hij heeft met vreugde en erkentelijkheid het besluit vernomen. Hij
waardeert ten zeerste deze geste om de goede verhoudingen in de
Raad te kunnen behouden.
De VOORZITTER sluit zich bij de woorden van de heer Toxopeus
aan. Hij is de K.V.P.-fractie eveneens erkentelijk voor het intrekken
van de motie.
Hoofdstuk VI, Openbare Werken.
De heer VAN BIJNEN zegt, met betrekking tot volgn. 282, dat
in regentijd door de demping van het riviertje de Leij achter de
huizen van de Saksen Weimarlaan en de huizen van de Roy van
Zuidewijnlaan een modderpoel ontstaat. Hij is met het antwoord in
het centraal rapport niet tevreden. Hij vraagt wie die modderpoel
moet opruimen, alsmede hoe de gronden zullen worden verdeeld.
Tussen de oude oevers is een hoogteverschil. Aan de de Roy van
Zuidewijnlaan is het hoger, zodat het water naar de Saksen Weimar
laan loopt. Men heeft hier overlast van water; de mensen treffen
zelfstandig voorzieningen. De gemeente heeft gedempt, zodat de
gemeente ook de bezwaren zal moeten ondervangen.
De heer VAN GILS heeft geconstateerd, dat aan de Teteringse-
dijk de door het verkeer vernielde boompjes nog steeds niet zijn
vervangen, terwijl er wel nieuwe boompjes geplant zijn bij de
benzinepomp. Hij vindt het vreemd, dat juist hier boompjes ge
plant zijn, waar een overdaad aan benzine in de grond zit, terwijl
voor de andere bomen die al zo lang weg zijn, nog geen nieuwe
in de plaats gekomen zijn. Het ontsiert deze drukke verkeersweg
danig.
De heer JONGBLOED vindt de tarieven voor brug-, kaai- en
havengelden enz. erg verouderd en vindt het op zich zelf niet juist
om deze oude, lage tarieven te handhaven. Het geld heeft toch lang
niet meer de waarde van voorheen. Hij gaat wel met het antwoord
van Burgemeester en Wethouders accoord, omdat verhoging het
tekort toch niet kan dekken.
De heer BRINKERHOF gelooft de gevoelens van de Raad en van
de Bouwcommissie te vertolken als hij dank brengt aan het per
soneel van de dienst van Openbare Werken en aan de ambtenaren
ter secretarie.
Wethouder VAN HOUTEN deelt mede, dat meerdere mensen
van de Saksen Weimarlaan zelf al grond in gebruik hebben ge
nomen en deze op peil hebben gebracht. Hij zegt toe met de dienst