19 DECEMBER 1952
589
Voor het jaar 1953 is een post op volgn. 758 uitgetrokken.
De heer JONGBLOED vraagt of de post van 4000,op volgn.
564 dan vervalt.
De heer ROMSOM zegt, dat deze post bestemd is voor zwak
zinnige kinderen, welke op scholen zijn. Derhalve niet voor zwak
zinnigen, tewerkgesteld in werkplaatsen.
De heer JONGBLOED vraagt of in het geraamde bedrag het
subsidie zit aan de werkinrichting Don Bosco.
De heer ROMSOM beantwoordt deze vraag ontkennend.
De heer BRINKERHOF vraagt of Burgemeester en Wethouders
ook in het bezit komen van de notulen van de commissie-verga
deringen.
Wethouder ROMSOM beantwoordt deze vraag ontkennend.
De heer BRINKERHOF meent dat dit toch wel goed zou zijn.
Hij vraagt speciaal de aandacht voor de notulen van de laatste
vergadering.
Wethouder ROMSOM beaamt dit en zegt dat hieraan aandacht
zal worden geschonken.
De heer STUBENROUCH zou gaarne, nu de wettelijke regeling
inzake het kleuteronderwijs uitblijft, de aangelegenheid omtrent de
bouw van nieuwe kleuterscholen in de onderwijs-commissie aan de
orde zien gesteld.
Wethouder MEIJS wil hier gaarne gevolg aan geven. Hij zal de
gegevens hierover verzamelen en deze in de onderwijscommissie in
behandeling brengen.
De heer STUBENROUCH merkt op, dat hij deze gegevens nog
beschikbaar heeft.
De heer JONGBLOED vraagt wanneer de wijziging van verorde
ning (gemeenteblad no. 963) aan de orde wordt gesteld. In ver
band met de vele aanvragen om Vervoerskosten is een spoedige wij
ziging wel gewenst.
De heer VAN GILS vraagt wanneer de resultaten van het M.O.B.
aan de Raad kunnen worden medegedeeld.
Wethouder MEIJS zegt dat men druk bezig is met het samen
stellen van een nieuwe verordening nr. 963. Hij verwacht dat deze
in een van de volgende raadsvergaderingen ter vaststelling zal
worden aangeboden.
Verder deelt spreker mede dat het moeilijk is om te zeggen wan
neer de gegevens omtrent het M.O.B. zullen worden verstrekt.
Zodra de gegevens binnen zijn, zal de Raad er kennis van krijgen.
De heer DE ROOS zegt in het antwoord op het Centraal Rapport
gelezen te hebben, dat Burgemeester en Wethouders geen plannen
hebben om een volksmuziekschool op te richten. Hij vraagt zich af
