30 DECEMBER 1952
603
de vereiste van ^en jaarlijkse benoeming te interpreteren als een
benoeming in elk kalenderjaar. Deze interpretatie aanvaardende, is
het echter niet mogelijk thans de leden van de adviescommissie
voor 1953 te benoemen.
De VOORZITTER meent dat de Raad in ieder geval het recht
heeft in een van de laatste dagen van 1952 de leden voor 1953 te
benoemen. Hieromtrent verwacht hij geen enkele moeilijkheid.
De heer BREKELMANS informeert of de leden van de advies
commissie, na wijziging van het reglement van orde, de benoeming
over 1953 zullen aanvaarden.
De VOORZITTER zegt dat dit risico moet worden genomen.
De heer RATTINK blijft met de heer Drion over de betekenis
van de jurisprudentie van mening verschillen. Bij een der uitspra
ken is het uitdrukkelijk onwettig genoemd, dat een wethouder de
gehele vergadering van de commissie had bijgewoond. De Directeur
van het woningnoodbureau is te beschouwen als de vertegenwoor
diger van Burgemeester en Wethouders.
De VOORZITTER wijst er op, dat in vele gemeenten juist de
Directeur of een der ambtenaren van het betreffende bureau secre
taris is van de Vorderingscommissie. Men ziet daarin zelfs voor
delen. Overigens wil hij dit punt buiten de discussie houden.
De heer JONGBLOED sluit zich aan bij het betoog van de heer
Drion. Overigens moet inderdaad deze zaak niet scherp worden
gesteld, en moeten tegenstellingen niet op de spits worden ge
dreven.
In een groot aantal gevallen werd op de voorgenomen vorde
ringen door de commissie afwijzend geadviseerd. Hierin ziet spreker
een bewijs dat de verhoudingen niet juist en te stroef waren. Geza
menlijke besprekingen kunnen tot een ander resultaat voeren.
Spreker is voor een herbenoeming van de leden van de advies
commissie voor 1952 en 1953: hij zou niet graag zien, dat deze leden,
die zo veel ervaring hebben opgedaan, niet meer in deze commissie
zitting zouden nemen.
Wethouder ROMSOM wenst - nu de heer Van Swol als zijn
mening naar voren heeft gebracht, dat spreker's toelichting onjuist
is geweest zijn gemaakte opmerking zover nodig te verduide
lijken. De bezwaren van belanghebbenden tegen de vordering wor
den in het rapport van het woningnoodbureau vermeld. Bij zijn
verhoor door de commissie wordt door betrokkene een en ander
toegelicht, door zijn gezichtspunt op een bepaald bezwaar krijgt
dit een ander accent. Het is juist van belang dat de Directeur van
het woningnoodbureau daarop zijn visie kan geven. Overigens is
het ook moeilijk uit te maken, wanneer er een geheel nieuw bezwaar
naar voren komt: de commissie kan menen, dat er geen nieuw
bezwaar is gemaakt, terwijl een ander dat wel zou vinden.
De heer KAMPHUIJS deelt het bezwaar van de heer Toxopeus.
Hij heeft de indruk gekregen, dat de leden van de commissie er
niets voor zullen voelen te worden herbenoemd, wanneer het voor
stel tot wijziging van het reglement van orde wordt aanvaard.
Overigens is na de toelichting van de wethouder, de kwestie voor