C - 5- College van Burgemeester en Wethouders de heer Viergever 'als een geschikte opvolger genoemd.Spreker ziet niet het bezwaar om een tijdelijk hoofd te benoemen.De Raad moet met de belangen van het onderwijs rekening houden en de feiten hebben uitgewezen, dat de heer Vergeest niet capabel/1 sAlleen op aandrang van de wethouder werden enige jaren geleden de leermiddelen vernieuwd: zulks behoort echter niet van de wethouder uit te gaan maar van het hoofd.Spreker voelt zich verplicht tegen dit voorstel te stemmen. De heer JONGBLOED meent,dat het personeel van de school buiten deze kwestie gouden moet worden.Wat het voortbestaan van de school betreft: het staat al vast,dat de Jan Ligthartstichting onder geen enkele voorwaarden dit oud gebouw wil overnemen; men wacht dan liever nog een paar jaat.Daarmede staat tevens vast,dat de openbare school niet zal verdwijnen.Inderdaad heeft de heer Vergeest niet gedaan voor de school,het geen hij had moeten doen.Mogelijk is het echter nu wat beter die. enige jaren geleden. Met een nieuw hoofd, zal deze school nog meer levensvatbaarheid krijgen.Het is nadelig voor het openbaar onderwijs om diens benoeming uit te stellen. De heer BRINKERHOF ziet niet in wat men tegen de benoeming van een tijdelijk hoofd heeft.Enige tijd geleden werd aan de Dr.Visserschool ook een tijdelijk hoofd benoemd: bij de definitieve voorziening viel echter de keuze op een ander. De heer VAN KAMPEN is het niet duidelijk geworden wie in deze gelijk heeft: Burgemees ter en Wethouders of degene,die voor het ontslag zijn.Het is bekend,dat spreker warm voorstander is van het bijzonder onderwijs: echter wil hij in geen geval het oeUu.m op zich halen de belangen van het openbaar onderwijs niet volledig te behartigen.Daarom zal hij de voorzichtigste weg kiezen, en zich tegen het voorstel verklaren. De heer VELDKAMP vindt dat zwaar moet wegen hoe de situatie over het voortbestaan van de school is.Bij hem is twijfel gerezen over de toeloop naar de Jan Ligthartschool. Men probeert wel op een gemakkelijke wijze aan handtekeningen te komen, toch het zal later blijken,dat vele zich niet gerealiseerd hebben wat de bedoeling van de inteken lijst is geweest. Al met al lijkt het respijt,dat Burgemeester en Wethouders willen hebben omtrent de beslissing over deze school gewettigd. De VOORZITTER zou het onjuist vinden wanneer over deze zaak contact wordt opgenomen met de onderwijzers,zulks kan de verhouding-en op de school niet ten goede komen.Spreker heeft de onderwijzers niets verweten; maar alleen een mogelijkheid genoemd. Of de naam van de heer Viergever vroeger genoemd is, weet spreker niet.Spreker kan wel stellen,dat geen der ouderS in staat is een oordeel te vellen over de al dan niet bekwaamheid van de heer Vergeest voor deze functie. Spreker acht deze geschikt,al moge het zo zijn,dat hij de zaken van de school te wei nig met de leerkrachten bespreekt. De heer JONGBLOED had ook reeds van andere zijde een opmerking gehoord,als thans door de heer Veldkamp is gemaakt.Hij heeft betrokkenen hierop laten wijzen.Intussen betrof dit niet de wettelijke lijst van ouderverklaringen,maar meer een adhaesie-betuiging de inwoners van het Heuvelkwartier. Spreker doet hierop het voorstel om het ontslag wegens pensionnering van de heer Ver geest inplaats van één jaar, voor drie manden op te schorten: hij meent dat binnen korte tijd omtrent het voortbestaan der school wel een beslissing kan worden genomen. De heer VELDKAMP kan zich met dit amendement verenigen. De VOORZITTER zegt het tebwillen overnemen: indien nodig kan de termijn na drie maanden verlengd worden. Hierop sluit de Voorzitter de besloten vergadering. Voorzitter Secretairs.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 632