GEMEENTE BREDA Notulen van de besloten vergadering van de Raad, ge houden op 13 Augustus 1952. Aanwezig: alle raadsleden, met uitzondering van het heer Mr B.W.M.Drion, J.J.Kamphuis, Drs G.C.Stubenrouch,Dr G.M.J. Veldkamp en Drs O.G.E.M.Verhaak Voorzitter: Mr Dr C.N.M. Kortmann Secretaris: Mr Ph.I.E. van Woensel DE heer JONGBLOED heeft bij het nazien van de ter visie gelegde sollicitatiestukken opgemerkt, dat van verschillende sollicitanten geen inlichtingen zijn gevraagd. Dit heeft hem verwonderd. Spreker kon althans uit de aanwezige stukken niet opmaken,waarom deze zonder meer als minder geschikt zouden zijn te beschouwen. Wethouder MEIJS merkt op, dat de Directeur nagaat, wie van de sollicitanten bevoegd zijn; de gewenste leeftijd hebben; practische ervaring bezitten e.d.Hij maakt dan een voor lopige lijst van geschikte personen; minder-geschikten en niet-geschikten. Het oordeel van de Directeur is van groot belang; hij toch moet met de mensen later samenwerken. De heer JONGBLOED is het opgevallen, dat b.v. van de heer De Bonte, onderwijzer aan de Nutsschool geen inlichtingen zijn gevraagd, evenmin als van enige anderen. Tegen een van de andere candidaten zou de Directeur gezegd hebben: ik had je graag als no.1 op de aanbeveling gezien. Spreker hoopt, dat noch het geloof of de levensbeschou wing, noch de politieke richting aanleiding kunnen zijn om iemand ter zijde te stellen. Wethouder MEIJS meent dat in sommige bijzondere gevallen de politieke richting niet van belang is: er is zelfs een ambtenarenverbod. Een aantal candidaten was bij de commissie bekend, omdat deze nl. reeds les gaven aan de Avondschool. Het was daar gebleken, dat zij zéér geschikte leerkrachten zijn. In de commissie heeft ook zitting de Inspecteur L.O., die ook persoonlijk over de onderwijzers een oordeel kan geven. De heer Hul was zeker een geschikte candidaat; na beraad meende de commissie echter een ander, die als nog beter werd beoordeeld, no 1 te moeten zetten. Zonder dat er om gevraagd is, werd over een aantal candidaten door de betrokken school hoofden inlichtingen verstrekt De heer JONGBLOED merkt op, dat daarnaast nog inlichtingen op een afzonderlijk formulier zijn verstrekt van de meeste candidaten; echter niet van allen (b.v. de heer De Bonte). Er moet ook voor gewaakt worden, dat het aantal lesuren buiten de schooltijden niet te groot wordt. Een zekere spreiding over de geschikte gagadigden is van belang. De heer TOXOPEUS heeft zich enigermate verbaasd over de opmerking van de Wethouder, dat het hoofd van de school een aanbeveling opmaakt. Hierdoor kan een groep sollicitanten 5000-2-'52 No. 93

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1952 | | pagina 635