<34
17 JANUARI 1952
De heer Toxopeus heeft gesproken over de voorzieningen, die
aangebracht moeten worden in het zwembad „Het Ei". Met het
aanbrengen van een circulatiebad wordt niets anders bedoeld dan
het doen circuleren van het water door middel van een zuiverings
installatie. Thans voldoet het zwembad niet meer aan de te stellen
eisen, tenzij tevens een betonnen ondergrond wordt aangebracht.
Het College wenst echter de kosten zo gering mogelijk te houden.
De VOORZITTER sluit hierop de discussie over de algemene be
schouwingen, die gehouden zijn naar aanleiding van de begroting
van inkomsten en uitgaven voor het dienstjaar 1952, en gaat over
tot de behandeling van de begrotingen der bedrijven.
ELECTRICITEITSBEDRIJF
De heer BRINKERHOF zegt, dat in het Centraal Rapport erop
is gewezen, dat nog steeds een groot aantal mensen in dit geval
zelfstandige boeren van electrisch licht zijn verstoken. Hij be
hoeft niemand te vertellen, hoe deze mensen zich met petroleum
licht in veestallen moeten behelpen. Een dergelijke verlichting is
brandgevaarlijk. Men kan moeilijk beweren, dat deze boeren hun
bedrijven gesticht hebben nadat Breda electrisch licht had, want
ze hebben hun bedrijven reeds in de onrendabele gebieden gesticht,
voordat Breda in het bezit was van een electrische verlichting.
In de Raad is reeds meermalen verzocht de onrendabele gebieden
van electrisch licht te voorzien. Burgemeester en Wethouders hebben
dit geweigerd wegens de hoge kosten, zodat, indien de boeren deze
verlichting wensen, ze de kosten zelf moeten betalen. In het Cen
traal Rapport is naar voren gebracht, dat deze mensen de kosten
niet kunnen betalen; ook niet in termijnen. Daarom zijn zij nog
steeds van het nuttig gebruik van electriciteit verstoken. Wethouder
van Haperen heeft eens tijdens een bijeenkomst in het café „De
Puitekuil" te Princenhage het gemak van de electrische verlichting-
gedemonstreerd door enkele malen de knop van de schakelaar om
te draaien.
Thans heeft spreker op het oog' het verzoek| van 5 mensen, woon
achtig in het Broek te Ginneken. Burgemeester en Wethouders
hebben in hun schrijven van, 9 Maart 1950 betrokkenen medegedeeld,
dat de 5 aansluitingen 4040.zouden kosten; dit is per aan
sluiting 808.-, hetgeen komt doordat voor deze percelen geen
hoofdkabel is gelegen. In deze tijd zijn bedoelde personen min of
meer financiëel onmachtig een dergelijk bedrag op te brengen. Het
voorstel van Burgemeester en Wethouders is voor deze mensen on
aanvaardbaar. Gezien echter de winst van het G.E.B., acht spreker
en velen met hem - het noodzakelijk, dat deze percelen toch
van electrisch licht worden voorzien, tenzij Burgemeester en Wet
houders van oordeel zijn, dat de winst van het G.E.B. de sluitpost
van de gemeentebegroting betekent. Hiermede kan spreker zich
echter niet verenigen. Alle inkomsten moeten worden aangewend
ten behoeve van alle bewoners en niet ten behoeve van enkelen,
zodat alle inwoners een gelijk recht hebben op electrische verlichting.
Spreker doet een beroep op Burgemeester en Wethouders deze
percelen alsnog op het electrisch net aan te sluiten en de daaraan
verbonden kosten belangrijk te verminderen.
De heer DIRVEN heeft met genoegen geluisterd naar de heer
Brinkerhof, die niet uit de agrarische sector voortkomt. Genoemde
kwestie is reeds meermalen ter sprake gebracht. Steeds kwam dan